Home > Bodem > Beoordelen van de bodem > Beoordeling van storende lagen
Beoordeling van storende lagen
Een verdichte laag heeft vaak een negatief effect op de opbrengst. Een storende laag beperkt de beworteling en leidt tot waterstagnatie. In rijsporen of op kopakkers zie je snel hoe verdichting er uit kan zien. Een ploegzool of storende zandlaag in het perceel valt vaak minder op. Een storende laag of weerstand is voelbaar door met een mes langs de kant van de profielkuil naar beneden te snijden. Ook bij het beoordelen van een kluit wordt verstoring snel duidelijk via scherpblokkige structuurelementen. Om de juiste maatregel te treffen is het belangrijk om te weten hoe dik de storende laag is en op welke diepte deze ligt.
Plaatje 1: geen storende lagen, goede structuur.
Plaatje 2: matig storende laag, voelbare weerstand, maar (enkele) wortels gaan er nog door.
Plaatje 3: ernstig storende laag, compact (geen poriën of wormengangen), voelbare weerstand, beworteling stagneert.
In plaats van scherpblokkige elementen kan een storende laag ook een veen-, zand-, leem- of schelpenlaag zijn.
Oplossingsrichting
Storende lagen kunnen worden aangepakt door grondbewerkingen zoals (diep)woelen of (diep)spitten. Breng vóór een diepe grondbewerking de bodem eerst goed in kaart en schakel bij twijfel altijd een bodemdeskundige in. Belangrijk na een diepe grondbewerking is dat de structuur weer terug komt in de bodem. Teelt daarom na een diepe bewerking direct een diepwortelend gewas zoals graan, rietzwenkgras of luzerne. De wortelgangen zorgen voor een nieuwe poriënstructuur in de ondergrond.