Welke soorten organische mest zijn er
Meststoffen van dierlijke of plantaardige afkomst noemen we organische meststoffen. De aanvoer van organische mest is noodzakelijk voor een goede nutriëntenlevering en organische stofopbouw van de landbouwgrond. Een verkeerd of overmatig gebruik kan echter schade toebrengen aan het milieu. Dierlijke mest zorgt voor de grootste aanvoer van organische meststoffen, maar er zijn meer soorten zoals gewasresten, groenbemesters en compost.
Het belang van organische meststoffen
Het behouden van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid vraagt om duurzaam bodembeheer door boeren. Organische meststoffen zijn hierbij onmisbaar. In tegenstelling tot kunstmest verbeteren ze de bodem en het bodemleven. Dit lijkt een klein verschil, maar is wel essentieel. Want een rijke, gezonde bodem met voldoende biodiversiteit heeft een goede structuur met voeding en vocht voor de plant.
Organische stof is de motor voor natuurlijke bodemvruchtbaarheid. De organische stofbalans kan op peil worden gehouden door de aanvoer van organische mest. De toe te dienen hoeveelheid varieert per bodemtype. Maar voor iedere grondsoort geldt dat afname van de organische stof direct negatief werkt op de vruchtbaarheid en de gewasopbrengst. Organische mest beïnvloedt de bodem door:
- Het verbeteren de structuur van de grond
- TEST
- TEST 2
- Het verbeteren het vochthoudend vermogen van de grond
- Het zorgen voor organische stof en humus in de grond, waardoor meer voedingsstoffen worden gebonden
- Het stimuleren van het bodemleven
Daarnaast is er bij organische mest ook sprake van nuttig hergebruik van voedingsstoffen. Een keerzijde is dat verkeerde of overmatige toediening van organische mest schade kan toebrengen aan het milieu. Bij het uitrijden van mest kan namelijk ammoniakvervluchtiging plaatsvinden. Bovendien kan stikstof die niet direct wordt benut, in de herfst en de winter uitspoelen in de vorm van nitraat.
Welke soorten organische mest zijn er?
Dierlijke mest zorgt voor de grootste aanvoer van organische meststoffen. Mest afkomstig van vee is van oudsher belangrijk geweest voor bemesting. Maar er zijn meer soorten organische mest:
- Gewasresten
- Groenbemesters
- Compost
- Overige reststromen
Dierlijke mest
Elke diersoort heeft een andere spijsvertering en dus een andere mestsamenstelling. De variatie in dierlijke mest is dan ook enorm. Bovendien wordt de samenstelling beïnvloed door het verschil in voer, zoals bij melkvee en vleesvee, en de hoeveelheid stro, zaagsel of ander materiaal dat wordt gemengd met de mest. Dierlijke mest levert niet zoveel effectieve organische stof. Het bevat wel veel stikstof en fosfaat. Dat kan het milieu belasten, waardoor de overheid maatregelen heeft genomen in de Mestwet.
Champignonmest, een afvalproduct van de champignonkwekerijen, is een combinatie van kalk, stro, paarden- en kippenmest. Champost wordt beschouwd als vaste dierlijke mest. Daarom moet het, net als alle andere dierlijke mest, meteen na de aanvoer worden ondergewerkt.
Gewasresten
De eerste vorm van organische mest die op een akker achterblijft zijn de gewasresten. Doorgaans levert het wortelstelsel als dit afsterft de meeste organische stof. Bij het verteren van de bovengrondse delen komen meestal nog voedingsstoffen vrij. Vooral stikstof, maar dat verschilt sterk per gewas. In graanstro zit vrijwel geen stikstof meer, dat zit allemaal in de korrel. Daarentegen zit bladafval van een slateelt nog boordevol stikstof.
Groenbemesters
Groenbemesters worden als nagewas geteeld. Sommige worden alleen geteeld om organische stof in de grond te brengen. Andere om de overtollige stikstof uit het bodemprofiel op te nemen, zodat het niet uitspoelt. Vlinderbloemige groenbemesters zoals lupine, voederwikke en klaversoorten worden geteeld om extra stikstof in de grond te brengen. Het is belangrijk dat het onderploegen en verteren van deze groenbemesters niet al te vroeg voor de volgende teelt plaatsvindt.
Compost
Compost is een hoeveelheid organisch materiaal die onder gunstige omstandigheden – voldoende lucht, water en warmte – door micro-organismen is verteerd. De stikstof uit het gecomposteerd materiaal wordt langzaam gemineraliseerd en komt dus langzaam vrij. Hierdoor is het effect van compostbemesting jaren later nog merkbaar, de zogenaamde ‘oude kracht’.
Overige reststromen
Binnen de BioBased Economy komen steeds meer reststromen beschikbaar en worden nutriënten zo veel mogelijk teruggewonnen. Bijvoorbeeld uit afvalproducten van de industrie. De suikerfabrieken kennen restproducten die een bemestende waarde hebben, zoals vinassekali en betacal. Een ander voorbeeld is zuiveringsslib, een reststroom van waterzuiveringen.
Bronnen
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Mest uitrijden en gebruiken
Verboon, J. (2011). Bemesting II. HAS Hogeschool
Broekhuizen, J. (2013). Bodem, bemesting en teeltplan
Schöll, L. van. Mest- en reststoffen. NMI Agro.