2024: Flexibele Bemesting voor Wintertarwe Succes
Begin maart 2024 zijn er nog maar sporadisch trekkers in de polder gezien. Het is nog te nat en de draagkracht van de bodem laat berijding of bewerking niet toe. De weinige mogelijkheden die er tot nu toe zijn geweest, zijn benut om hier en daar wat zomergraan te zaaien en de eerste kunstmestgift op het wintergraan te geven. Een enkeling in het Zuidwesten heeft zelfs al kans gezien om bieten te zaaien. Veel percelen liggen er echter nog bij zoals ze eind vorig jaar na de oogst zijn achtergelaten. Wat betekenen de huidige omstandigheden voor de bemesting van de wintertarwe?
Wintertarwe vraagt relatief veel stikstof. Voor een maximale korrelopbrengst wordt uitgegaan van een N-opname van 22-25 kg N/ton geoogste korrel met minimaal 11,5% eiwit. Afhankelijk van de N-mineralisatie uit de organische stof is op percelen met een goede opbrengstpotentie de totale N-gift ca. 220-250 kg/ha (een totaal N-aanbod uit Nmin + Ngift van 260-270 kg). Bij percelen die laat (bijv. in december) gezaaid zijn of met een dunne stand staan, kan de N-gift naar beneden. Nu is er altijd sprake van een zogenaamde afnemende meeropbrengst, ofwel de laatste 50 kg N levert niet veel extra opbrengst. Uit oudere N-proeven blijkt dat een daling van 30 kg N (N-aanbod 233 kg i.p.v. 263 kg) de korrelopbrengst 300 kg/ha lager was en het eiwitgehalte daalde in die proeven van 11,6% naar 10,8%.
Stikstofbesparing in NV-gebieden
In de praktijk wordt er, met name in de gebieden die het NV-label (Nutriënten Verontreinigd gebied) hebben gekregen, gezocht naar een N-besparing in de graanteelt. Voor alle gewaspercelen met een NV-status geldt een korting van 5% op de N-gebruiksnorm; voor wintertarwe op klei betekent dit een daling van 245 naar 233 kg N/ha. Omdat de 5% korting voor álle gewaspercelen geldt, is graan bij lage opbrengstprijzen een gewas waar N bespaard kan worden ten gunste van beter renderende teelten, zoals consumptieaardappelen. Een besparing brengt echter ook risico’s met zich mee. Wordt er bakwaardige tarwe geteeld of zijn er afspraken met een ontvangende partij over de kwaliteit, dan is het goed te bedenken dat een beperktere gift ook tot een lager eiwitgehalte leidt. Het is vooral de laatste gift rond het vlagbladstadium dat het eiwitgehalte verhoogd. Speelt het eiwitgehalte in uw teelt een belangrijke rol, en wilt u vanwege de omstandigheden ook nog iets besparen op de N-gift, beperk dan het N-aanbod tijdens de strekkingsfase en geef een kleine kunstmestgift in het vlagbladstadium.
Bron: Delphy