Vanggewas direct na oogst maïs inzaaien
Na een maïsoogst op zand- of lössgrond, bent u wettelijk verplicht om een vanggewas te telen om uitspoeling van stikstof in het najaar en de winter te voorkomen. Voor een succesvolle teelt van zo'n vanggewas, is het belangrijk om zo snel mogelijk na de maïsoogst te zaaien. Zorg er daarom voor dat u het zaaizaad op tijd in huis heeft.
Het zaaien van een vanggewas biedt, naast het voorkomen van N-uitspoeling, een aantal bodem- en teeltkundige voordelen:
● een groenbemester voegt organische stof toe (snijmaïs heeft negatieve organische stofbalans)
● het vanggewas verbetert het vochthoudend vermogen
● gewas verbetert de draagkracht
● het gewas houdt het perceel mooi groen in de winter (erosiebeperking)
● na het onderwerken zorgt de groenbemester ervoor dat er meer N beschikbaar is voor de volgteelt
Keuze vanggewas
Niet alle gewassen zijn geschikt (lees: toegestaan) als vanggewas na maïs. De toegestane vanggewassen zijn:
● bladkool
● bladrammenas
● gras
● triticale
● japanse haver
● wintergerst
● winterrogge
● wintertarwe
Teelt vanggewas
RVO stelt de volgende regels voor het telen en vernietigen van een vanggewas:
● Het vanggewas moet direct na de oogst van maïs worden geteeld. Dit mag via onderzaai in de maïs of via zaaien na de oogst van de maïs.
● Het vanggewas mag niet worden vernietigd vóór 1 februari.
Lees meer over vanggewassen of groenbemesters:
|
Bron: RVO.nl