Deel

Hoofdelementen

Bemesting optimaliseren bij koud weer: Sporenelementen en fosfaat

fertilisation betteraves composantes

April gaat qua weersomstandigheden door in de lijn van afgelopen najaar en winter: veel neerslag. Dit betekent dat de uitvoeringsmomenten van de voorjaarswerkzaamheden steeds gestolen moeten worden. Op veel plekken op de klei- en zavelgronden zijn er onder matige omstandigheden, op percelen die net aan goed genoeg waren om op te rijden, diverse gewassen als suikerbieten en uien gezaaid. Deze gewassen hebben het nu zwaar, niet alleen door plaatselijk matige bodemomstandigheden, maar ook door het koude en regenachtige weer waardoor ze niet lekker in de groei komen. Bij dit soort omstandigheden liggen vaak tekorten aan voeding op de loer.

Koude heeft invloed op beschikbaarheid sporenelementen

Op zavel- en kleigronden met vaak relatief hoge pH’s is bijvoorbeeld de beschikbaarheid van mangaan vaak zeer beperkt. Ook andere sporenelementen kunnen (tijdelijk) onvoldoende beschikbaar zijn, omdat bijvoorbeeld de mineralisatie door de lage dagtemperaturen en daardoor ook lage bodemtemperaturen maar zeer slecht verloopt. Door de lage bodemtemperaturen is er weinig bodemleven activiteit en een beperktere opname van stikstof en kali. Minder opname van stikstof en kali heeft een negatieve invloed op de opname van andere elementen door de plant. Bij percelen uien en bieten die het slecht hebben, is het daarom een overweging om deze met wat sporenelementen in chelaatvorm een boost te geven. Hiervoor zijn diverse producten beschikbaar. Sporenelementen in nitraatvorm hebben overigens geen voorkeur, omdat onder niet-afgeharde omstandigheden nitraat relatief fel kan aanpakken op de toch al kwetsbare jonge planten.

Keuze overwegen voor meer fosfaat aan de basis

Voor de percelen waarop nog niets is gebeurd en waarop uien of aardappelen moeten komen, is het de overweging waard om meer fosfaat aan de basis te geven. Fosfaat stimuleert onder andere de begingroei van planten. Nu het zaai/plant tijdstip later wordt en het groeiseizoen mogelijk korter, is een vlotte start van groot belang. Veelal wordt in dit verband met fosfaatmeststoffen in de rij gewerkt. Is er op de betreffende percelen ook nog geen drijfmest of vaste mest aan de basis gegeven, dan is er de mogelijkheid voorafgaand aan het landklaarmaken vollevelds een fosfaatmeststof of NP-meststof te strooien. Op deze manier kan nog extra fosfaat worden toegevoegd bovenop de fosfaatgift in de rij.

Ligt er bij consumptieaardappelen of in een aantal gevallen pootaardappelen wel een drijfmestgift aan de basis, dan wordt er via de mest vaak al meer fosfaat aangevoerd. In geval van varkensdrijfmest is dit meer dan met rundveedrijfmest. Zeker de laatste mestsoort laat. onder invloed van de eiwitbeperking in het rundveerantsoen, over de laatste jaren een dalende lijn zien in zowel stikstof als fosfaat. Informeer daarom bij uw mestleverancier te allen tijde naar mestgehaltes, zodat u daar bij uw planning alsnog rekening mee kunt houden.

Bron: Delphy

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting