Vanaf 1 maart aanmelden voor fosfaatdifferentiatie
Vanaf 1 maart (t/m 15 mei) kan er weer worden aangemeld voor de fosfaatdifferentiatie. Dit kan met een beschikbaar analyserapport van maximaal 4 jaar oud. Is de monstering vóór 16 mei 2019 gedaan, dan is een nieuwe bemonstering en analyse noodzakelijk. Sinds 2022 moet deze bemonstering voor bouwland gedaan worden tot een diepte van 25 cm, voor grasland volstaat een diepte van 10 cm.
Bij fosfaatdifferentiatie mag er op percelen met een arme, lage, neutrale of ruime fosfaattoestand mag meer fosfaat worden gebruikt. Deze toestand moet volgens een specifiek protocol zijn bepaald door een geaccrediteerd laboratorium en staan beschreven in een analyserapport. Welke fosfaattoestand en normering van toepassing is hangt af van wanneer het analyserapport dateert. Vanaf 2021 moeten altijd P-CaCl2- en P-Al-getallen worden gebruikt. Is het analyserapport van vóór 2021, dan staan daar nog meestal alleen PAL- en Pw-getallen in. Die mogen in dat geval dan ook worden gebruikt. Staan in een rapport van vóór 2021 zowel de oude (PAL/Pw) als de nieuwe (P-CaCl2/P-Al) getallen, dan mag er worden gekozen voor de meest gunstige.
Om voor de fosfaatdifferentiatieregeling in aanmerking te komen is een juiste en tijdige aanmelding in de Gecombineerde Opgave noodzakelijk. Wanneer hieraan niet wordt voldaan, dan mag er geen gebruik maken van de extra ruimte en heeft dit gevolgen voor o.a. de gebruiksnormen, verwerkingsplicht en grondgebondenheid. Extra fosfaat mag alleen gegeven worden met kunstmest, dierlijke mest en organische mest. Als er sprake is van derogatie, dan mag er volgens de voorwaarden bij die regeling geen fosfaat uit kunstmest worden gebruikt.
Voor alle ins en outs van de regeling, zie RVO.nl
Bron:OCI