Welke groenbemester zaaien?
De tijd voor het zaaien van een gewas na de hoofdteelt is weer aanstaande. Op dit moment worden de eerste tulpen gerooid en is inzaai van een groenbemester actueel. Na de graanoogst, te beginnen met de wintergerst, is ook een mooie gelegenheid om een groenbemester te zaaien. Welke kies je echter? Ga je voor een enkelvoudige of toch een mengsel? We zetten een aantal aspecten op een rijtje waarop u uw keuze kunt baseren.
Tijdstip inzaai en aaltjesmanagement leidend bij keuze
Als er wordt ingezet op een volwaardige groenbemesterteelt, dan kan er ook kwalitatief een goede groenbemester groeien. Dit vereist aandacht aan zaaibedbereiding, zaaitechniek en bemesting. Alleen een geslaagde groenbemesterteelt is optimaal nuttig voor bijvoorbeeld structuurherstel, grondbedekking tegen slemp, stimulatie van bodemleven en aanvoer van organische stof. Op basis van de periode van inzaaien en de situatie rondom aaltjesmanagement op het perceel moet een keuze gemaakt worden tussen groenbemesters; kies je voor enkelvoudige groenbemesters of voor mengsels? Houd hierbij ook rekening met de vergroeningseisen van het GLB. Vanuit deze eisen moet er een mengsel ingezaaid worden met tenminste 3% voor elke soort in het mengsel. Ook moet het groenbemestingsgewas tenminste 8 weken op het veld staan, waarbij er geen gewasbescherming mag worden toegepast. Bemesten is wel toegestaan. Het is overigens dit jaar het laatste jaar van het huidige stelsel, in 2023 gaat een nieuw stelsel van start.
Kijk verder secundair goed naar de overige grondgebonden ziektes die kunnen voorkomen. Ook deze vormen een complex aan te overwegen factoren voor een goede groenbemesterkeuze.
Geen last van aaltjes?
Wanneer er geen problemen zijn met cystenaaltjes (ACA, BCA), wortellesieaaltjes (pp), stengelaaltjes (dipsaci), wortelknobbelaaltjes (chitwoodi, hapla, naasi, fallax), vrijlevende aaltjes en/of trichodoriden (primitivus, similis, pachydermus, teres), dan is de keuze vrij makkelijk en kan er veilig voor bijna alle groenbemesters worden gekozen. Houd bij de keuze wel rekening met eventueel vlinderbloemige groenbemesters. Deze kunnen de sclerotiniadruk in een akkerbouwrotatie verhogen. Heeft u bijvoorbeeld een bouwplan met aardappelen, peen en conserven, dan is sclerotinia zeker een aandachtspunt. Kies in dat geval géén vlinderbloemige groenbemester.
Als er geen of weinig belemmering in keuze is, kies dan voor een groenbemestermengsel met verschillende soorten die verschillend wortelen. Daarmee wordt een divers bodemleven en een betere bodemactiviteit gestimuleerd. Resultaat een betere structuur en bodemvorming.
Wel problemen met aaltjes?
Afhankelijk hoe ernstig de aaltjessituatie op het perceel is (type, intensiteit) moet worden gekozen voor een groenbemester die niet of nauwelijks vermeerdering geeft op de voorkomende aaltjes. Kijk kritisch naar de samenstelling van mengels. Zit hier een groenbemester waarop een sterke vermeerdering van het probleemaaltje kan plaatsvinden, dan wordt afgeraden dit mengsel te kiezen. Beter is dan een eigen mengsel samen te stellen met ongevoelige soorten of te kiezen voor een enkelvoudige groenbemester. Via aaltjesschema.nl kan vrij makkelijk een overzicht worden verkregen van de meeste groenbemestingssoorten en hun vermeerdering op aaltjes.
Tijdig zaaien
Als laatste factor is het tijdstip waarop de groenbemester gezaaid kan worden van belang voor de mate van slaging. Ook de veldduur speelt een belangrijke rol. Nevenstaande tabel geeft een overzicht van het beste zaaimoment van diverse groenbemesters. Later zaaien heeft alleen als de groenbemester de winter over blijft staan en pas in het (vroege) voorjaar wordt vernietigd.
Bij diverse mengsels die in de handel worden gebracht wordt ook vaak wel vermeld wat het ideale zaaitijdstip is. In de regel kunnen de meeste mengsels niet te laat in het jaar worden gezaaid en is het ideale tijdstip na half tot eind augustus al voorbij. Stelt u uw eigen mengsel samen, bereken dan de kilo’s per soort terug naar het percentage wat u in uw mengsel wilt hebben. De zaaikilo’s zijn gerekend naar hoeveelheid per hectare bij een enkelvoudige toepassing voor een goede gewasstand.
Tabel. Overzicht zaaizaadhoeveelheden (kg/ha) + zaaitijdstippen groenbemesters en te verwachten hoeveelheid effectieve organische stof
Voor veel groenbemesters is een update beschikbaar gekomen in de aangevoerde effectieve organische stof (EOS) die vanuit een groenbemester verwacht mag worden. Die cijfers houden meer rekening met zaaitijdstip, dus in feite de mate van slaging, om tot een betere inschatting van het EOS te komen. Hierover binnenkort meer.
Bron: Delphy, OCI