Stikstofbemesting zomergerst (brouwgerst) op klei
Algemene bemestingsrichtlijn (kg N/ha) |
---|
1e gift: 90-Nmin |
2e gift: 0 |
3e gift: 0 |
NB. Dit is een landbouwkundige richtlijn. Let op de gebruiksnorm. |
Opmerkingen:
- Gebruiksnorm 2020 en 2021 = maximaal 80 kg N/ha. Als de voorgaande 3 jaren een bovengemiddelde opbrengst is behaald (> 7 ton korrel/ha) dan is het onder voorwaarden mogelijk om in aanmerking te komen voor stikstofdifferentiatie. Er mag dan 30 kg N extra per hectare worden gegeven. Meer info hierover op RVO.nl.
- Nmin meten in de laag 0-60 cm.
- 1e gift: voor of net na zaaien.
- 1e gift: bij zeer lage Nmin-voorraden in het voorjaar kan de berekende adviesgift volgens de Nmin-formule hoger zijn dan de maximale gift. Tel in dat geval het verschil bij de tweede (maximale) gift op.
- 1e gift: verhoog de gift met 10 kg/ha als sprake is van een slechte structuur.
- 1e gift: blijft het gewas na de 1e gift (of ondanks een voldoende voorraad in het profiel) te schraal, geef dan een tussengift van circa 30 kg N/ha en dien de 2e gift volgens advies toe.
Korting op N-gift na onderwerken goed ontwikkelde groenbemester (opname circa 80 kg N in bovengrondse delen) | |||
---|---|---|---|
Type groenbemester | Onderwerken/afsterven in de herfst (met N-min meting in voorjaar) | Onderwerken/afsterven in de herfst (zonder N-min meting in voorjaar) | Onderwerken in het voorjaar (vóór half maart) |
Kruisbloemigen (bladrammenas, gele mosterd, bladkool) | 0 | 30 | 40 |
Vlinderbloemigen (klaversoorten, wikke) | 40 | 60 | 60 |
Grasachtigen (raaigrassen, winterrogge) | 20 | 30 | 40 |
Korting op N-gift na onderwerken diverse oogstresten in herfst/winter en na scheuren grasland Type oogstrest N-nawerking 1e jaar (kg/ha) N-nawerking 2e jaar (kg/ha) N-nawerking 3e jaar (kg/ha) Graan- en korrelmaisstro 0 0 0 Gewasresten van prei, knolvenkel en rode bieten 20 0 0 Gewasresten van bloemkool, broccoli, boerenkool en sluitkolen 30 0 0 Gewasresten van spruitkool 40 0 0 Bietenblad 30 0 0 Luzerne 1) 75 65 25 Gescheurd grasland 1) - 1-jarig 50 0 0 - 2-jarig 100 0 0 - 3-jarig en ouder 100 30 0 1) Bemest u op basis van een Nmin-monster, ga er dan vanuit dat circa 1/3 van de bemestende waarde tot uiting komt in een hogere Nmin-voorraad in het voorjaar terwijl 2/3 gedurende het groeiseizoen tot beschikking komt voor het gewas.
Bron: Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroenteteelt, Wageningen UR, OCI Agro