Vanggewas maisland heeft maanden nodig om te verteren
Veehouders op zand- en lössgrond hebben afgelopen najaar na de maïsoogst verplicht een vanggewas ingezaaid (of al eerder in het teeltseizoen als onderzaai). Het is nú de kunst maximaal te profiteren van de extra stikstof die dit gaat opleveren, zeker als er weer maïs volgt op het perceel. Ons advies is daarom het vanggewas, voor zover dit de afgelopen weken nog niet is gebeurd, op korte termijn te vernietigen. Hiermee creëer je extra tijd voor vertering en daarmee extra vrijkomende stikstof.
Ondanks het verplichte karakter na mais op zand- en lössgrond, heeft het telen van een vanggewas vanuit landbouwkundig oogpunt zeker een meerwaarde. Het is goed voor de bodemvruchtbaarheid (organische stof) en het geeft ook echt extra N in de bouwvoor van het nieuwe teeltjaar. De kunst is om alle in het vanggewas opgeslagen stikstof ook daadwerkelijk te benutten. Op die manier creëer je wat meer ruimte voor N uit dierlijke mest en kunstmest voor andere gewassen.
Stikstof uit het vanggewas komt pas vrij als het vanggewas daadwerkelijk is verteerd. Dit duurt enkele maanden. Aangezien snijmaïs eigenlijk alleen in de periode kiemen tot de tweede helft van juli stikstof opneemt, moet het vanggewas tijdig volledig verteerd zijn om alle stikstof beschikbaar te kunnen stellen. Elke week extra nu is er één. Vernietig daarom het vanggewas zo snel mogelijk, liefst mechanisch en als dit niet kan (te nat, zwaardere gronden), dan chemisch.