Steeds meer naar precisiebemesting in maïs
De meeste maïs zal normaal gesproken nu gezaaid zijn. Met al het droge weer van de afgelopen tijd is het niet te hopen dat er al te veel in een stofbad is gezaaid. Dit geeft een slechte, zeer wisselende opkomst, en dito vervolg in de verdere groei. Maïs is weliswaar een tropische plant, maar heeft toch vocht nodig om te kiemen en te groeien.
Maïs staat erom bekend dat ze heel veel meststoffen kan verdragen, zonder schade. Dat wil niet zeggen dat ze veel meststoffen MOET hebben. Het is ook al heel duidelijk en vaak bewezen dat er prima maïs te telen is met een suboptimale input. Wel moet er dan voldaan worden aan diverse voorwaarden, voorwaarden die te sturen zijn. Denk hierbij onder andere aan de pH van de grond die hoog genoeg moet zijn. De maïsplant heeft een hekel aan wortels in een zuur milieu. Daarnaast is het zaak dat vooral de structuur van de bodem in orde is. Geen storende lagen, zodat de wortels de diepte in kunnen en water makkelijk weg kan zakken, maar ook met capillaire opstijging waar de wortels bij drogere omstandigheden weer bij kunnen.
Uiteraard moeten er voedingsstoffen gebracht worden. Waar in het verleden heel veel drijfmest gebracht werd, is 30 – 35 ton rundveedrijfmest met aanvullend 30 kg N in de rij in kunstmestvorm steeds meer de norm.
Hier komen we ook op het onderwerp precisiebemesting. Bij een goed onderzoek en de juiste machines is het mogelijk om pleksgewijs de pH van de grond te corrigeren met meer of minder kalk. Bodembewerking is een lastiger onderwerp, zeker in relatie tot de gewenste capaciteit in het voorjaar. Ook de drijfmest kan specifiek naar de gewenste plekken gebracht worden. De vraag hierbij is nog wel eens of er dan meer drijfmest naar de slechtere stukken of juist naar de betere delen van het perceel moet worden gebracht. Soms wordt dan de vergelijking met krachtvoer naar de hoogst en laagst productieve koe gebruikt. Maar de bodem is geen koe! De resultaten zijn ook niet eensluidend en vragen een langer onderzoekstraject.
Wat wel duidelijk is, is dat er naast drijfmest, een goede pH en een goede structuur ook voedingsstoffen in de rij moeten komen, vooral stikstof. Het maïszaadje bevat veel energie (zetmeel) en in verhouding ook veel P. N is aan het begin vaak nog beperkt aanwezig maar wel broodnodig. Hopelijk is de kunstmeststikstof ook als precisiebemesting toegepast, het liefst 5 cm langs de rij van het zaadje en ook 5 cm dieper dan het zaadje. Met de andere voorwaarden kan dit leiden tot een succesvolle start van de maisteelt.
Bron: PPP-Agro Advies