Latere inzaai groenbemesters op klei heeft gevolgen voor nabewerkingen
Ondanks de eerdere natte omstandigheden en daardoor late graanoogst, zijn de meeste groenbemesters inmiddels wel gezaaid. Dit is beduidend later dan we de laatste jaren gewend waren met de nodige gevolgen van dien voor bijvoorbeeld de bestrijding van wortelonkruiden. Wanneer mag en kun je weer wat?
Groenbemesters gezaaid voor de vergroening (ecologisch aandachtsgebied) moeten 8 weken op het land staan. Na die periode kan pas de hoofdgrondbewerking worden uitgevoerd of eventuele wortelonkruiden worden bestreden. Vaak praten we dan over een grasgroenbemester. Let bij de inzet van gewasbeschermingsmiddelen op twee zaken. Ten eerste mag er dus geen bestrijding plaatsvinden binnen de 8-weken termijn. Let ten tweede op de toelating van de herbiciden. Een aantal herbiciden groeistoffen) heeft geen toelating in een grasgroenbemester, maar wel bijv. in stoppelland. De keuze is dus beperkt.
Is er toch de wens eerder een herbicide toe te passen of de hoofdgrondbewerking uit te voeren, ga dan na of het bij de gecombineerde opgave opgegeven perceel wel nodig is om aan de 5% vergroening van het bouwlandareaal te voldoen. Vaak worden in de praktijk zoveel mogelijk percelen voor vergroening aangemeld. Hierdoor is er veelal ruimte om percelen voor de vergroening terug te trekken. In tegenstelling tot het melden van de bijvoorbeeld de juiste zaaidatum van percelen die voor de vergroening nodig zijn, hoeft het terugtrekken van percelen niet te worden gemeld bij de RVO. Houd er verder rekening mee dat het areaal vanggewassen (groenbemesters) voor 0,3 meetelt.
Ook vanuit mestbeleid verplichting voor 8 weken
Niet alleen vanuit de vergroening, maar ook vanuit het mestbeleid is er een specifieke verplichting om een groenbemester 8 weken in stand te houden. Vanaf 1 augustus tot en met 15 september mag er namelijk alleen drijfmest worden uitgereden als uiterlijk 15 september een groenbemester wordt ingezaaid die in elk geval 8 weken blijft staan. Als er ná 15 september nog een wens is om een groenbemester te zaaien, dan kan en mag deze alléén worden bemest met vaste mest. Let er tevens op dat de N-gebruiksnorm (op klei bij niet-vlinderbloemige groenbemesters 60 kg/ha) alleen geldt bij inzaai vóór 15 september en dat aantoonbaar de groenbemester minimaal 8 weken op het land staat.
Laten overstaan in de winter
Er kan natuurlijk ook voor worden gekozen de groenbemester de winter over te laten staan. Als het goed is, is er dan bij zaai een keuze gemaakt voor een groenbemester die vorstgevoelig is. Komt de vorst deze winter niet, dan moet de groenbemester in ieder geval worden geminimaliseerd zodat er in het voorjaar bovengronds geen hoog gewas meer staat. Zorgt deze minimalisatie voor te veel massa op het maaiveld, voer dan met bijvoorbeeld een schijveneg een ondiepe bewerking onder droge omstandigheden uit. Hierdoor kan de toplaag in het voorjaar beter indrogen.
Bron: Delphy