Check de stikstofhoeveelheid in de wortelzone
Vanwege de buiige neerslag is de variatie van de hoeveelheid vocht in de wortelzone groot. Plaatselijk is er met name in mei teveel neerslag gevallen, met schade als gevolg. In het algemeen geldt echter dat de aardappelen nu een grote groeispurt doormaken.
Na de regen van begin juni is de referentiegewasverdamping in bijvoorbeeld Zuidwest-Nederland circa 3-4 mm/dag. Als de temperatuur en wind de komende periode beperkt blijven en zolang de groei in het gewas zit, hoeft er vooralsnog niet beregend te worden. De percelen lijken wel dicht te komen en dus voldoende loof te vormen. Ook is de knolzetting gaande en dat betekent dat de stikstofhoeveelheid, waar nodig, kan worden aangevuld.
Bij vroege (tafel)aardappelen ligt de stikstof er meestal voor opkomst al op. Het zijn vooral de middellate frietaardappelen met een hoge N-behoefte waar nog stikstof bij moet. Probeer op plaatsen waar bijvoorbeeld door de wateroverlast minder planten staan, echter ook minder stikstof dan gepland te geven omdat de overgebleven plant over relatief meer stikstof kan beschikken.
Is er na de basisgift veel neerslag gevallen, dan kan er stikstof uit de wortelzone verdwenen zijn. Een aanvullend N-onderzoek kan daarover uitsluitsel geven. Ook is het gewas te volgen met bladanalyse zodat later in juli, indien nodig, nog tijdig stikstof is aan te vullen. Een alternatief is nu een keuze te maken de geplande knolzettingsgift met 5 tot hooguit 15 kg N/ha (latere rassen) te verhogen.
Bron: Delphy