Deel

Bemesting

Bemestingsplan 2024: Fosfaat en Kali Adviezen voor Optimale Gewasbemesting

Bemestingsplan 2024 fosfaat kali adviezenVanaf 2023 is het maken van een bemestingsplan voor akkerbouwers verplicht. De vorm waarin is geheel vrij, als maar duidelijk wordt vermeld hoe de verschillende meststoffen worden ingezet. Dit geldt zowel voor organische mest als voor kunstmest en moet passen binnen de gebruiksnormen en de fosfaatruimte op uw bedrijf.

Het verplichte karakter van het bemestingsplan is vanuit de overheid vooral ingegeven vanwege haar focus op stikstof en fosfaat. Landbouwkundig gezien zijn ook andere elementen als kali, magnesium en zwavel belangrijk om mee te nemen in het plan. Een actueel voorbeeld op dit moment is de eerste gift op de (winter)granen. Voor de kleigronden geldt dat deze het beste met een zwavelhoudende stikstofkunstmest (zoals Dynamon) kan worden uitgevoerd, omdat in het vroege voorjaar een tekort aan zwavel opbrengst kan kosten. Uiteraard is een drijfmestgift met een sleepslang zodenbemester een alternatief, maar hiermee komt pas later voldoende zwavel beschikbaar.

Aanpassingen standaardadviezen fosfaat en kali

Door de Commissie Bemesting Akkerbouw en Vollegrondsgroenten zijn de laatste jaren de nodige veranderingen doorgevoerd in de standaardadviezen voor met name fosfaat en kali. Voor beide elementen wordt nu gerekend en gewerkt met een ‘direct beschikbaar’ deel en een ‘in het seizoen vrijkomend’ deel.

Fosfaat

Door de aanpassingen is er meer inzicht in het gedrag van fosfaat in de bodem. Ook is er nu de mogelijkheid tot een (betere) afweging over het inzetten van een fosfaat houdende (dierlijke) meststof om met name de begingroei (o.a. wortelontwikkeling) te stimuleren. Bij lage P-CaCl2 getallen is de tip dan ook om zeker een meststof mét fosfaat in te zetten. Daarmee wordt dan ook de fosfaat die later in het seizoen beschikbaar komt makkelijker opneembaar.
Bovendien geldt dat voor veel gronden de nieuwe fosfaatklasse indeling ongunstiger is geworden ten opzichte van de oude situatie. In veel gevallen is er sprake van een verhoging in klasse; dit betekent minder fosfaatruimte op bedrijfsniveau. Daarmee wordt in veel praktijksituaties de inzet van fosfaat nog crucialer op de momenten dat de planten die daar landbouwkundig het meest dankbaar voor zijn, daar dan ook het meest van kunnen profiteren.

Kali

Hoeveel kali een gewas precies nodig heeft, is met de aanpassingen van de adviezen wat lastiger te herleiden omdat er meerdere parameters gecombineerd moeten worden. Een voordeel is dat daarmee wel een scherper beeld wordt verkregen van de landbouwkundig benodigde kali-bemesting. In veel gevallen wordt er in de praktijk op nogal wat kavels teveel kali gegeven, waardoor de kali-toestand door de jaren heen erg hoog is geworden. Niet in de laatste plaats komt dit doordat er behalve mest ook nog veel kunstmest-kali wordt gegeven. Nadeel van hoge giften / hoge toestand is mogelijk een mindere structuur en een slechtere opname van bijvoorbeeld magnesium.
Toch is het goed om in veel gevallen het oude advies (op basis K-getal) te vergelijken met het nieuwe advies. Nevenstaand een voorbeeld waaruit blijkt dat op basis van het nieuwe advies een iets hogere gift juist gewenst. Uiteraard kan dit per praktijksituatie verschillen.

Tabel. Voorbeeld gewasbehoefte kali consumptieaardappelen (gewasgroep 1) op gediepploegde kleigrond met <10% organische stof

K-getal = 25Advies: 150 kg Kali
K-PAE (K-CaCl2) = 144
CEC = 46
K-CEC = 1,6 mmol+/kg
Advies: 170 kg Kali

Reken dus goed uw oude en nieuwe situatie eens door voor de belangrijkste gewassen in uw bouwplan. Precies bemesten wordt steeds belangrijker en noodzakelijk om opbrengsten en kwaliteit op peil te houden. Voor u zelf, maar bijvoorbeeld ook voor de waterkwaliteit in uw regio.

Bron: Delphy

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting