Later gezaaide wintertarwe vraagt om stikstof
Op de vroegst gezaaide percelen (oktober 2022) ligt in een aantal gevallen al een aanvullende N-gift. Meestal is dit nog gedaan met drijfmest of bewerkte dunne mest, soms is ook KAS ingezet. De later gezaaide percelen (oktober-november 2022) zijn nu al aan het doorschieten, laten stikstof gebreksverschijnselen zien en vragen dus om stikstof. Wacht op deze percelen niet tot het moment dat ze bekwaam zijn om er drijfmest op uit te rijden, maar geef zo spoedig mogelijk een kunstmestgift (ca. 250 kg KAS). Het laatste – derde – deel van de geplande gift kan dan in het vlagbladstadium van de wintertarwe gegeven worden.
Soms wordt de 2e en 3e gift ook gelijktijdig gegeven. Onder schrale omstandigheden met gematigde groei is dit geen probleem. Zodra echter de stikstof tijdens groeizame omstandigheden door (dauw)vocht direct beschikbaar komt, dan vergroot dit de legeringsgevoeligheid. Iets dergelijks is een aantal jaren geleden in de praktijk ook gebeurd op percelen waar na de basisbemesting een relatief snelle bijbemesting met een dunne fractie plaatsvond. Deze gift werd toen afgestemd op de totale resterende N-behoefte (2e en 3e gift samen). Dit gaf later problemen met legering tijdens de afrijping.
Geef bij twijfel over de stevigheid van de wintertarwe nog een tweede halmverkorting.
Bron: Delphy