Deel

Meststoffen

Beschikbaarheid organische mest loopt niet in de pas met de vraag

De hoge prijzen voor kunstmeststoffen hebben bij velen geleid tot een zoektocht naar alternatieve meststoffen. Het meest voor de hand liggende alternatief zijn dan de dierlijke meststoffen; niet alleen goedkoper, maar de toepassing past op zich ook mooi in de kringloopgedachte. Helaas is op dit moment de vraag in evenwicht met het aanbod. Welke oplossingen zie je op dit moment in de praktijk?

In Zuidwest Nederland, maar waarschijnlijk ook op een aantal andere plaatsen in Nederland, is op dit moment in de praktijk een soort van scheefgroei ontstaan rond organische mest. Er zijn akkerbouwbedrijven waar meer dan gebruikelijk mest is geleverd en er zijn bedrijven die niet het geplande areaal konden invullen. Ook zijn soms eerder gemaakte afspraken niet nagekomen en is er blijkbaar een schaarste ontstaan in mestproductie en logistiek om voldoende (drijf)mest op tijd in de akkerbouwgebieden te krijgen. Er zijn gevallen bekend waar het aardappelpoten wordt uitgesteld in de hoop dat er alsnog mest wordt geleverd. Deze hoop geldt tevens voor wintertarwepercelen waar de tweede knoop zich aandient. Deze percelen hebben op korte termijn een aanvullende stikstofbemesting nodig omdat de behoefte aan stikstof tijdens de strekkingfase van het gewas fors toeneemt. Al met al leidt de beschikbaarheid en verdeling van mest in de praktijk tot veel frustratie, zeker bij de akkerbouwers die tot nu toe minder mest hebben ontvangen dan waar vooraf op gerekend was.

Dan toch maar aan de gang met minerale meststoffen
Het geheel of gedeeltelijk niet kunnen invullen van het bemestingsplan met organische mest de afgelopen periode betekent dat met name de stikstofvoorziening op veel plaatsen nog geheel of gedeeltelijk moet worden gegeven of aangevuld. Is het een basisbemesting vóór opkomst van de gewassen, dan kan dit zowel met vloeibare (Urean of NTS) als met vaste kunstmest (o.a. KAS). Stikstofgiften tijdens het groeiseizoen zijn meestal korrelvormig. Vloeibare kunstmest kan in die periode alleen in kleine doseringen van ca. 10 kg N/ha worden gegeven om bladverbranding te vermijden. Een rijentoepassing tijdens poten of zaaien kan ook prima met vloeibare meststoffen. Het voordeel hiervan is dat de meststoffen dan gelijk in de grond worden toegepast en de N-vervluchtiging daardoor minimaal is.

Vooral op kalkrijke kleigronden is een oppervlakkige toediening van ureum of een ammoniummeststof erg gevoelig voor vervluchtiging. Hoe hoger de temperatuur en hoe lager het vochtgehalte in de bodem, hoe meer N-vervluchtiging. Het is uitermate belangrijk om vaste ureumhoudende meststoffen of vloeibare Urean (met 50% ureum) zo snel mogelijk in te werken. Bij vloeibare ureumhoudende meststoffen is het overigens wel mogelijk een ureaseremmer toe te voegen. Dit vertraagt de omzetting van ureum naar ammonium-N en daarmee vermindert de kans op vervluchtiging. Zeker in deze tijd geldt: stikstofverlies is pas een dure stikstof!

Bron: Delphy, OCI

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting