Voor een reparatiebekalking is toediening in het najaar noodzakelijk
De kalktoestand van de grond is een goede maat voor de bodemvruchtbaarheid; alle gewassen groeien beter als de pH op orde is. Voor een optimale beschikbaarheid en opneembaarheid van mineralen moet de pH niet te laag en niet te hoog zijn (voor zandgronden: hoger dan 5,2 en maximaal 6,0). Wijkt de pH meer dan 0,5 pH-punt af van het streeftraject en moet er dus een reparatiebekalking worden uitgevoerd, dan is het noodzakelijk dit in het najaar te doen. Kalk heeft veel tijd nodig om z’n werk te doen.
Hoe hoger de pH is binnen het streeftraject, hoe meer mineralisatie er plaatsvindt én dus meer stikstof vrijkomt. Ook de bindingscapaciteit (CEC) van mineralen neemt toe. Groentegewassen en suikerbieten zijn het meest gevoelig voor een goede pH. Ook mais en aardappelen doen het beter als de pH op orde is. Een goede pH is ook beter voor de structuur van de grond. Die invloed is op kleigrond echter veel groter als op zandgrond.
Als de verwachting is dat er bekalkt moet worden, zorg dan voor een recent grondmonster om de dosering te bepalen. Zoals gezegd is bij een reparatiebekalking (> 0,5 pH punt) toediening in het najaar noodzakelijk. Bij grote verschillen (pH < 5,2) is een aanvulling in het voorjaar aan te raden, tenzij er niet geploegd wordt. Bij ploegen wordt namelijk opnieuw zure grond naar boven gebracht met als gevolg een slechte groeistart als er niet aanvullend wordt bekalkt. Kalk moet ook goed worden ingewerkt omdat kalk zelf in de grond nauwelijks verplaatst; betere menging geeft snellere werking. De benodigde hoeveelheid kalk is op zand afhankelijk van het organischestofgehalte en varieert van 167 kg NW (Neutraliserende Waarde) tot 215 NW per 0,1 pH. Raadpleeg hiervoor het grondonderzoek. Natuurkalken hebben een NW van circa 50%. Hiervan is daarom 2x die hoeveelheid nodig. Betacal Flow (schuimaarde) heeft een NW van 17%. Hiervan is daarom 6x de benodigde hoeveelheid NW nodig.
Bron: Delphy