Kali en magnesium bepalen helft economische waarde rundveedrijfmest
De wetgevingskalender geeft aan: 16 februari, er mag weer bemest worden. Wat betekent dit? Meteen rijden omdat het mag óf, eventueel later, rijden met een bepaald doel?
In drijfmest zitten veel mineralen en organische stof. Toediening van N en P is gebonden aan wettelijke normen, de rest is vrij. Hoe kan met deze vrijheden en beperkingen om worden gegaan en hoe zijn de voedingsstoffen voor de planten het best te benutten?
Allereerst is het belangrijk te weten wat er in de drijfmest zit. De variatie gemeten op de laboratoria is groot. In onderstaand overzicht is de waarde van 1 ton gemiddelde rundveedrijfmest af te lezen, in vergelijking met dezelfde hoeveelheid voedingsstoffen uit kunstmest. Er is sprake van een groot ‘opgeslagen vermogen’ en dat moet benut worden. Rijd dus drijfmest uit om goede gewassen te telen en niet om er ‘vanaf te komen’.
Figuur 1. Economische waarde van 1 ton rundveedrijfmest (gehaltes: 4,3 kg N – 60% werkzaam; 1,9 kg P; 6,8 kg K; 1,3 kg Mg) op basis van kunstmestprijzen ex. btw. Bron: Wageningen Economic Research
Natuurlijk is er variatie in de waarden over de jaren heen. Opvallend is dat het wettelijke stuk (stikstof en fosfaat) maar de helft van de economische waarde bepaalt. Nog opvallender is dat kali en magnesium de andere helft bepalen. Gras, maar zeker ook een aantal akkerbouwgewassen, heeft behoefte aan deze twee elementen om optimaal te groeien. Ze worden in de bemestingsplannen echter vaak ‘vergeten’ omdat er geen gebrek aan beide zou zijn. Sinds de invoering van het gebruiksnormenstelsel in 2006, zien we echter steeds lagere K-gehalten in de drijfmest én vindt er veel meer mestafvoer plaats. Daarmee is de cirkel van kalistromen binnen het bedrijf doorbroken en treedt er nu ook vaker kaligebrek op. Ook magnesium is enigszins naar de achtergrond is geschoven. In het verleden werd er echter zeer veel kieseriet gestrooid puur en alleen voor de magnesiumvoorziening.
Moraal van het verhaal: wees zuinig op mest
Goede gewassen, vertaald naar de melkveehouderij, zijn gewassen die het dier, met behoud van een goede gezondheid, kan benutten om melkproductie en groei te realiseren. Ter illustratie: geen rantsoen dus voor droge koeien met 30 gram kali / kg drogestof.
Wees zuinig op de mest die kan c.q. gebruikt mag worden. Zet deze in om goede, gezonde gewassen te telen voor het vee. Bemesten met drijfmest aan de basis betekent investeren in goed mestonderzoek en goed grondonderzoek en vervolgens een bemestingsplan maken op basis van teeltdoel en behoefte van het gewas en eventueel aangevuld met de juiste kunstmest op het juiste moment. Het klinkt allemaal heel eenvoudig, maar de praktijk laat zien dat er veel kan! Een mooi voorbeeld in dit kader is de groep veehouders die met analyses van de eigen mest en bodemanalyses een prima bemestingsplan maakt en daarmee ook gedurende het seizoen kan bijsturen indien noodzakelijk.
Bron: PPP-Agro Advies