De pH en bekalken van de kleigronden
De noodzaak voor een bekalking is afhankelijk van de grondsoort. Vooral op de mariene (zeeklei) gronden is deze noodzaak beperkt omdat ze van nature kalkrijk zijn. Wanneer is een bekalking wel noodzakelijk?
Figuur 1: kalkgehalte in de toplaag.
Bron: Bodemdata.nl
De zuurtegraad van de bodem (pH) daalt jaarlijks. De hoeveelheid kalk die uitspoelt is groter naarmate de pH of het gehalte koolzure kalk (CaCO3) hoger is. Op kalkarme zavel- en kleigronden is het verlies jaarlijks 400 kg CaO per ha (=400 kg neutraliserende waarde). Op kleigronden met meer dan 2% CaCO3 is er een flinke kalkreserve. Zolang er voldoende vrije kalk is, is het niet nodig om het verlies van CaO te compenseren. Er ontstaat immers geen sprake van een pH-daling. Op de overige gronden is er bij kalkverlies wel sprake van een pH-daling; de mate waarin is afhankelijk van het pH-niveau en het organischestofgehalte. In nevenstaande tabel een vuistregel voor het kalkverlies op deze gronden.
Tabel: Kalkverlies op bouwland
Grondsoort | Kalkverlies in kg NW/ha/jaar |
---|---|
Dal- en veengrond | 250 |
Humusrijke zandgrond en lössgrond | 200 |
Humusarme zandgrond | 150 |
Kalktoediening voor verbetering bewerkbaarheid
Bij de kleigronden ontstaat een lagere pH (pH-CaCl2 < 7) alleen op de kalkloze gronden. Kalk heeft echter niet alleen een functie in regulatie van de pH. Op kleigronden heb je ook te maken met een Ca-bezetting aan het klei-humuscomplex. Dit complex bindt positieve ionen (in het Engels cation exchange capacity of CEC). De bewerkbaarheid op met name zwaardere gronden is beter naarmate er sprake is van een hoge Ca-CEC bezetting (ca. 90%). Afhankelijk van de reactiviteit van de CaCO3 kunnen er echter al te weinig vrije Ca-ionen zijn bij een CaCO3-gehalte van 3-4%. Om dan de bewerkbaarheid van de grond of de rooibaarheid van aardappelen te verbeteren, is het advies om 3-5 tonnen gips per ha toe te passen. Agrigyps bevat ca. 28% CaO in de vorm van CaSO4. Hogere doseringen worden afgeraden vanwege de grote hoeveelheid SO3 (zwavel) die daarmee gegeven wordt. Gips kan rond het aardappelpoten worden toegepast omdat gips direct werkt en de pH niet verhoogd (de kans op schurft niet vergroot). Een andere mogelijkheid is het toedienen van Betacal Flow (18% CaO) of Betacal Filter (23% CaO). Dit werkt pH verhogend met een neutraliserende waarde van respectievelijk ca. 17% en 22%. Betacal past dan beter voor bijvoorbeeld suikerbieten die goed reageren op een hogere pH. De werking van Betacal is langzamer dan gips, vooral als er sprake is van een pH-situatie van 7 of hoger is. Betacal is vooral een kalkmeststof op gronden met een lage kalkreserve.
Waarom de pH niet te laag laten worden?
Een te lage pH heeft vooral een negatieve invloed op de groei van gewassen. Dit komt onder andere door een verminderde beschikbaarheid van voedingsstoffen. Een te lage pH zorgt voor:
- gebrek aan fosfor (P) met remming jeugdgroei tot gevolg;
- gebrek aan magnesium (Mg);
- gebrek aan molybdeen (Mo), vooral in potgrond;
- overmaat aan mangaan (Mn), aluminium (Al), ijzer (Fe), waardoor vergiftiging van de plant door te grote opname van deze elementen mogelijk is;
- meer uitspoeling van kalium (K) en magnesium (Mg);
- op kleigrond veroorzaakt het lage calciumgehalte een slechte structuur;
- algemene remming van het bodemleven.
Omdat pH-daling vooral op de overige (niet klei) gronden speelt, is de pH daar een zeer belangrijk onderdeel in de bemestingsstrategie.
Bron: Delphy, OCI Agro