Verse kali voor kwaliteitsimpuls
Uien kunnen rond de bolling wel wat verse kali gebruiken. Kali is zeer bepalend voor de (bewaar)kwaliteit van uw uien. Zo zorgt kali voor de aanmaak en het transport van zetmeel en suikers, reguleert het de vochtvoorziening, zorgt het voor stevigheid van het loof en heeft het invloed op de opname van o.a. nitraat, magnesium en calcium. De bemesting kan als bodembemesting of als bladbemesting; 60-90 kg kali is op dit moment een welkome aanvulling.
De noodzaak voor een kaligift is er alleen als de kalitoestand van het perceel laag is en/of er sprake is van een negatieve kalibalans (gemiddeld over de laatste jaren). Kali kan, afhankelijk van de CEC-bezetting, redelijk makkelijk uitspoelen en zeker op percelen met zeer lichte zavel of kleiig zand mogelijk na veel neerslag te diep zitten. Ook op plaatgronden zonder capillair vochttransport is het mogelijk dat kali uitspoelt. Normaal gesproken vragen uien pas veel kali bij de bolvormingsfase, dus later gedurende het groeiseizoen.
Bron: OCI