Stikstof bemesting van uien
Stikstofbemesting uien in relatie tot kaalheid en hardheid
Het standaard bemestingsadvies voor zaaiuien bedraagt 175 kg N per hectare te verdelen in 3 giften;
1e gift 30-40 kg (bij zaai),
2e gift 65-70 kg (2 zichtbare pijpjes = gewashoogte + 10 cm);
3e gift restant (enkele weken na 2e gift).
Heeft u een Nmin voorraad van > 25 kg N/ha in de laag 0-30cm, hanteer dan de adviesformule 190-Nmin.
Ook hier een startgift van 30-40 kg en de rest gelijk verdeeld over de andere 2 giften.
Als u binnen dit advies blijft, dan blijkt uit onderzoek dat de hoogte van de stikstofgift geen significant effect heeft op het percentage kale uien. Ook als de oogst vroeg wordt uitgevoerd (ca. 50% afgestorven blad), dan was er geen significant effect van de stikstofgift op het percentage kale uien. Wel was bij een late oogst de trend aanwezig dat het percentage kale uien bij een gift van 175 kg hoger was dan bij bijvoorbeeld 120 kg N/ha. Een hogere stikstofgift leidt in z’n algemeenheid wel tot een vermindering van de hardheid van de ui, ook in het traject van bijvoorbeeld 120 tot 175 kg N/ha (dus binnen de algemene adviesnorm).
Informele N-bemestingsrichtlijnen:
1e Jaars plantuien 0-40, afhankelijk van gewasstand bij 10 cm lengte
2e Jaars plantuien 200 – Nmin(0-60), maximaal 170 kg N/ha
Bosuien
100-130 – Nmin(0-60)
Winteruien
najaar: 30-40 kg N/ha
voorjaar: 100-110 kg N/ha
Bron: Adviesbasis bemesing akkerbouw- en vollegrondsgroentengewassen 2013
TIPS:
Strooi niet te veel kunstmest in februari op percelen met vroege uien. Geef slechts de helft van de kali in februari om zoutschade te voorkomen. Strooi de andere helft eind mei. Strooi stikstof helemaal niet in februari. De kans op uitspoeling is dan groot en de uien hebben op dat moment nog geen behoefte. Geef overigens wel fosfaat. Fosfaat is niet beweeglijk en moet ingewerkt worden om bij de wortelzone van de ui terecht te komen