Steenmeel
Steenmeel is fijn gemalen gesteente met deeltjes kleiner dan 0,1 mm. Het wordt gemaakt van sedimentaire (zoals kalksteen) of vulkanische gesteenten (zoals basalt). De laatste bevatten veel silicaten die bij verwering calcium (Ca), Mg (magnesium), kalium (K), natrium (Na) en diverse spoorelementen, zoals ijzer (Fe), koper (Cu), molybdeen (Mo) en zink (Zn) leveren. Steenmeel bevat niet of nauwelijks stikstof en afhankelijk van de oorsprong varieert het fosfaatgehalte van 0,1 tot 2% fosfaat.
Omdat steenmeel zeer langzaam verweert, is de directe beschikbaarheid van de nutriënten in het algemeen beperkt. Het wordt dan ook vaak beschouwd als een langzaamwerkende meststof ('slow release fertilizer' in het engels). Naast de levering van nutriënten kan steenmeel een pH-verhogende werking hebben en kan het een rol spelen bij de CO2-vastlegging in de bodem. Steenmeel is al lang bekend, aangezien er meer dan 100 jaar geleden vooral in Duitsland al mee werd geëxperimenteerd (Brandt, 2012). Verder is het een bekend product in de biologische landbouw, waar het is toegelaten (Van Eijsden en Bloksma, 1985). De laatste jaren is er in Nederland een hernieuwde belangstelling voor dit product. Partijen die betrokken zijn bij onderzoek naar steenmeel geven aan dat het ingezet kan worden om de verwering van landbouwgronden te compenseren (o.a. Rietra et al., 2012).
Verschillende soorten steenmeel
De samenstelling van steenmeel varieert afhankelijk van het herkomst en het gebruikte gesteente. Steenmeel dat in Nederland op de markt wordt aangeboden komt o.a. uit Duitsland, Noorwegen en Italië. De gehalten aan mineralen en de verweringssnelheid verschillen sterk, waardoor sommige producten kunnen worden ingezet voor de nutriëntenlevering op de korte en andere voor een levering op de lange termijn (figuur 1). Kwantitatieve informatie over gehalten en de levering van nutriënten uit steenmeel is nauwelijks bekend. Volgens Rietra et al. (2012) is er nog onvoldoende informatie om de beschikbaarheid van nutriënten uit steenmeel voor gewassen te kunnen kwantificeren.
| |
Figuur 1. Verschillende soorten steenmeel: gemalen kalksteen (links) en lavameel (rechts). Bron: Wikipedia.nl.
Via de website steenmeel.info is een lijst beschikbaar waarin de kwalitatieve beschikbaarheid van hoofd- en spoorelementen uit een aantal steenmeelproducten op de korte en lange termijn is aangegeven. Zie http://www.steenmeel.info/steenmeellijst.pdf. Hier is ook informatie over leveranciers en prijzen gegeven.
Bodemverbeteraar of meststof?
Aangezien de levering van nutriënten, zoals kalium, magnesium, calcium en spoorelementen, een belangrijke functie is van steenmeel kan het worden beschouwd als (langzaamwerkende) meststof. Aangezien het echter ook silicium levert, dat een positief effect op de bodemstructuur kan hebben, en omdat het ook een pH-verhogend effect heeft, kan het ook worden beschouwd als bodemverbeteraar.
Verwachte werking
In meerjarige veldproeven die op meerdere locaties op zand- en kleigronden in Nederland zijn uitgevoerd had steenmeel echter geen effect op gewasopbrengst en/of bodemkwaliteit tot gevolg (Van Balen et al., 2016; figuur 2). Daarbij moet worden opgemerkt dat het effect op de nutriëntenlevering buiten beschouwing is gelaten, omdat de proeven waren gericht op het effect van bodemverbeteraars op de fysische bodemeigenschappen en nutriënten daarom in voldoende mate op een andere manier zijn aangeboden.
Figuur 1. Een proefveldje waarop net steenmeel is aangebracht in een veldproef met bodemverbeteraars te Valthermond (bron: Van Balen et al., 2016).
Literatuur
- Brandt HE (2012) Gesteinsmehl zur Pflanzenernährung von 1839 – 1939. Literatuurstudie gepubliceerd op researchgate.net.
- Rietra RPJJ, Beusekom M van & Bergsma H (2012) Herwaardering van een vergeten bodemverbeteraar: steenmeel voor bodemvruchtbaarheid en klimaatdoelstellingen landbouw. In: Bodem 22, 4, 34 – 36.
- Van Balen DJM, Topper CG, van Geel WCA, de Haan JJ, van den Berg W, de Haas MJG & Bussink DW (2016) Effecten bodem- en structuurverbeteraars; onderzoek op klei- en zandgrond 2010-2015; Eindrapportage. PPO-publicatienummer 693, PPO, Lelystad, 123 pp.
- Van Eijsden W en Bloksma J (1985) Gesteentemeel, Ekoland 5, 3, 1-11.