Selenium bemesting op gras en mais
Selenium (Se) heeft naast vitamine E een positief effect op de (uier)gezondheid en vruchtbaarheid van rundvee.
Se kan verstrekt worden via het mengvoer of mineralenmengsels. In geval er weinig of geen Se wordt aangeboden kan een Se-bemesting zinvol zijn. Met name op zandgronden. Een gift van 8-10 gram Se per hectare per jaar kan zorgen dat het gras de streefwaarde haalt van 0,15 mg/kg droge stof.
Gras en zeker mais bevatten van nature meestal minder selenium dan de streefwaarde.
Uitvoering Se-bemesting
Het advies voor hoogproductief melkvee is 4-5 mg Se/koe/dag in het totale rantsoen.
Een eenmalige Se-bemesting leidt tot een duidelijke verhoging van het Se-gehalte, in navolgende sneden neemt het gehalte dan weer sterk af.
Als een Se-bemesting gewenst is dan is het goed ook op percelen waar alleen jongvee of droogstaande koeien weiden in mei en eind juni een kleine gift Se te geven.
Advies: totaal 8 – 10 gram Se /ha in twee giften.
Selenium moet bij voorkeur gegeven worden in de goed opneembare selenaat-vorm (zoals Na2SeO4).
De keuze om de bemesting eenmalig of in meerdere giften te geven hangt af van de gebruikte meststof. Wordt stikstof gebruikt als dragermeststof, dan wordt er na elke snede bemest met een gehalte in de meststof van 5-10 ppm. wordt landbouwzout met selenium gebruikt, verdeel dan de totale adviesgift in tweeën; een voor de tweede en een voor de vierde snede.
Beïnvloeding Se-opname door het gras
- pH hoog, dan goede opname
- Kobalt hoog, dan goede opname
- Fosfaat en zwavel hoog, dan lagere Se opname
Gevaar voor overbemesting
Selenium wordt snel opgenomen in het gras. Men doet een Se-bemesting in meerdere giften met een beperkte hoeveelheid. Het risico op te hoge gehalten is groot bij een éénmalige hoge gift of bij spuiten van selenium op het gras. Bij een gehalte van 2-3 mg Se/kg droge stof is Se toxisch.
Se-bemesting van snijmais
Het heeft geen zin om snijmais te bemesten met Se.
Uit onderzoek blijkt dat na een adviesbemesting uiteindelijk slechts 2-6% van het Se uit de meststof in de maisplant terecht komt. Se is verder ook geen essentieel element voor de gewasgroei.