N-bemesting beïnvloedt knolkwaliteit aardappelen
Stikstofbemesting heeft invloed op de knolkwaliteit en opbrengst van aardappelen. Zowel een tekort- als een overschot aan stikstof kan het resultaat negatief beïnvloeden.
Gevolgen N-onderbemesting
- Een verlaging van de N-bemesting kan leiden tot een beperkte toename van de blauwgevoeligheid.
- Verlaging van de N-bemesting veroorzaakt ook een iets hoger onderwatergewicht. Hierbij zijn geen grote rasverschillen.
- N-onderbemesting heeft een klein positief effect op de knolkwaliteit. Dit positieve effect is echter niet groot genoeg om de opbrengstdaling door onderbemesting te compenseren.
- Een te lage N-bemesting geeft een lagere opbrengst. Doordat deze opbrengstdaling relatief groter is dan de besparing op stikstofbemesting, is het netto resultaat negatief. Onderbemesting kost dus geld.
Gevolgen N-overbemesting
- Een overmatige N-bemesting leidt tot een hogere ziektedruk, meer kans op doorwas en knolmisvorming.
- Te veel stikstof in de bodem zorgt bovendien voor een tragere afrijping van de knollen.
- Het effect van stikstof op de niet-enzymatische grauwverkleuring en de bakkleur is gering.
Raskeuze belangrijkst
Het aardappelras heeft grootste effect op de knolkwaliteit en de opbrengst; groter dan stikstof- en kalibemesting.