Kalender gaat toch langzaam richting winterklaar maken van graspercelen
Na de droogte van de zomer en de hier en daar veelvuldig gevallen regen in september, is er nog veel gras gegroeid en groeit het zelfs nog steeds. Ook de komende dagen nog temperaturen rond de 20 graden. De grasgroei van de afgelopen weken is op veel plaatsen nog een welkome aanvulling op de wintervoorraad.
Ondanks deze gewenste grasgroei is het, als we naar de kalender kijken, ook weer tijd om het gras langzaamaan ‘winterklaar’ te maken. Winterklaar is niet te kort, maar zeker ook niet te lang. Streef naar een lengte van ongeveer 7 – 10 cm. Deze lengte realiseren kan met begrazing door vee (niet te kort afgrazen). Bijna altijd is de bloter nodig om het langere gras in de bossen af te maaien en te versnipperen (voedsel voor het bodemleven). Is er teveel gras aanwezig, dan kan de inzet van schapen zeker een hulpmiddel zijn. Laat ze het niet te kort maken. Plaats ook geen voerbakken in de weide; dit geeft alleen maar kale plekken. Het advies is om een grote koppel in één keer in te scharen, vlot om te weiden en op tijd weer weg te zijn.
Kijk ook naar de pH van de grond. Nu bekalken (zie analyse van het grondmonster voor noodzaak) geeft volgend jaar de resultaten. Kijk bij de keuze voor de kalkmeststof ook goed naar de CEC bezetting van het klei-humus complex. Als de magnesiumbezetting hoger is dan gewenst, kies dan een kalkmeststof zonder magnesium, maar wel met eventueel extra calcium.
Ook een belangrijk onderdeel van het winterklaar maken is de ontwatering; een onderdeel met een heel merkwaardige klank na een droge zomer. Enerzijds moeten we heel veel water vasthouden om de grondwaterstanden aan te vullen, anderzijds willen we geen grasland hebben dat ‘verzopen’ is. Vooral vasthouden van water in sloten en greppels is heel belangrijk. Vanuit deze waterlopen moet het echter zo veel mogelijk bezinken in de bodem en niet afgevoerd worden naar de grotere waterlopen en uiteindelijk de zee. (Boeren)stuwtjes zijn goede hulpmiddelen om dit te bereiken, maar het moet toegestaan zijn. Daarnaast moet het achterland niet te nat worden.
Ook vanuit het land zelf moet het goed bezinken. Als de structuur van de bodem in orde is, dan lukt dat zeker. Ook als de regen relatief gespreid komt, is dat geen probleem. Bij storende lagen (prikstok!) kun je echt natte plekken krijgen (tot en met blank staan). Zeker als er dan ook watervogels komen, is de zode ten dode opgeschreven. Voorkomen van plassen is dus erg belangrijk. Er zijn wisselende ervaringen met zodebeluchters, zeker voor iets diepere lagen. Mogelijk nu wel een tijd om het eens te proberen op percelen met een storend laagje?
Bron: PPP-Agro Advies