Aandacht voor overbemesting én beluchting van de toplaag
Vanwege het extreme weer dit voorjaar is er bijna geen akkerbouwer te vinden waarbij de voorjaarswerkzaamheden vanzelf gingen. Op veel percelen heeft gedeeltelijk water gestaan. Zeker op de plekken waar vorig najaar geknoeid is tijdens het rooien en oogsten, is dit vaak direct terug te zien in een matige stand van het gewas door achterblijvende groei.
Op de delen van het perceel waar gedurende langere tijd water heeft gestaan, is een deel van de stikstof in de bouwvoor uitgespoeld dan wel door denitrificatie vervluchtigd. Op aardappel- en uienpercelen met een goede stand of plantaantal raden we aan om, ter compensatie van de uitspoeling/vervluchtiging, toch wat extra stikstof te strooien (100 kg KAS = 27 kg N). Waar door de extreme omstandigheden het plantaantal niet wordt gehaald, is extra compensatie niet nodig omdat er dan gemiddeld per plant genoeg stikstof beschikbaar blijft.
Specifiek voor de aardappelen geldt dat er op dit moment tijdens de knolzetting een bovengemiddeld aantal knollen is te zien. Om deze knollen groot genoeg te krijgen, moet er voldoende stikstof beschikbaar zijn in de bodem. Bovendien kan de juiste hoeveelheid voeding op het juiste moment gegeven dit jaar wel eens heel lonend zijn, zeker op die percelen die momenteel een goede stand en plantaantal hebben. Doordat een deel van de aardappelen dit seizoen niet is gepoot of na het uitplanten zijn verrot, zie je nu al een prijsopdrijving die zich vertaalt in een hoog prijsniveau op de termijnmarkt.
Het moment van bijbemesting is dus belangrijk. Zijn circa 80%-90% van de aangelegde aardappelknolletjes ‘knikkers van ongeveer 1 cm doorsnee’ geworden, dan is het moment daar om stikstof bij te strooien (en mogelijk wat te compenseren voor de nattigheid). De kans op rui, door een extra boost aan het bladapparaat, door stikstof wordt daarmee ook gedeeltelijk voorkomen. Daarbij helpt het ook nog dat de helft van de KAS in ammoniumvorm wordt gegeven. Het is namelijk zo dat de stikstof in ammoniumvorm eerst in de bodem omgezet wordt naar nitraat en daardoor wat later vrijkomt.
Bijbemesting uien combineren met bewerking verslempte toplaag
Bij de uien is op dit moment een mooi wortelgestel zichtbaar, beter dan in menig ander jaar. Helaas is echter door de vele neerslag een deel van de stikstof uitgespoeld en daarmee onbereikbaar; compensatie van deze uitspoeling en/of denitrificatie moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Temeer omdat in deze periode van het jaar de ui het loof moet vormen en daardoor een stijgende stikstofbehoefte heeft.
De ingezette bodemherbiciden hebben goed gewerkt, maar in een aantal gevallen helaas ook op de ui zelf. In combinatie met donker en vrij koud weer zorgt dit ervoor dat een aantal percelen wat stil staan. Ook zijn veel percelen verslempt in de toplaag. Hierdoor kan onvoldoende CO2 de bodem verlaten en hoopt zich op in de bodem. Dit proces verjaagt de benodigde zuurstof en zorgt er daarmee voor dat het bodemleven minder actief wordt en er dus minder mineralen naar de plant worden gebracht. Door de verslempte grond te schoffelen of te eggen wordt de gasuitwisseling weer hersteld. Let wel op de breedte van de schoffel in verband met wortelgroei tussen de rij. Een beschadigde wortel kan een invalspoort vormen voor fusarium.
Door de grondbewerking te combineren met het bijbemesten van de ui, herstelt de ui makkelijker en stimuleer je het bodemleven. Doe een extra bemesting na ongeveer 10 dagen en vervolgens nog een na het begin van de bolvorming. Dit zorgt voor een mooie, geleidelijke aanvoer van voldoende stikstof en maximale stimulering van de groei.
Bijbemesting bieten niet persé noodzakelijk
Ook in de bieten is een reactie zichtbaar op de grote hoeveelheid neerslag. In veel gevallen staan de bieten boven de drains beter dan tussen de drains in. Dit is een tijdelijk effect dat ook weer verdwijnt. Om de bieten die het moeilijker hebben te helpen, is het te overwegen om te schoffelen. Dit kan echter alleen als de bieten nog niet te dicht staan. Daarnaast kan de biet met een bladmeststof wat worden verwend zodat deze zich weer wat makkelijker ontwikkelt. Bijmesten met meer stikstof zoals in de andere gewassen is minder zinvol, vooral omdat de biet met zijn wortelgestel de mineralen diep kan wegpakken.
Bron: Delphy