Bemestingsplan 2025: Stikstofwerkingscoëfficiënten en Toepassingsregels
Bij het opstellen van een bemestingsplan en daarbij rekening houdend met de stikstofgebruiksnormen is het handig te weten wat de werkingscoëfficiënten zijn van de diverse organische meststoffen; hoeveel stikstof is daadwerkelijk werkzaam bij de in te zetten hoeveelheid mest. Voor de gebruiksnorm dierlijke mest moet worden gerekend met álle stikstof die in de dierlijke mest zit.
Voor kunstmest geldt een werkingscoëfficiënt van 100%.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de stikstofwerkingscoëfficiënten in organische meststoffen. Aanvullend op de tabel nog het volgende: voor digestaat uit de covergistingsinstallatie geldt de werkingscoëfficiënt van de mest die bij het vergisten is gebruikt. Na mestscheiding ontstaat een dunne en een dikke fractie. Voor de dunne fractie staat een werkingscoëfficiënt in nevenstaande tabel. De dikke fractie na mestscheiding wordt gezien als vaste mest (zie werkingscoëfficiënt van vaste mest in nevenstaande tabel.
Soort en herkomst meststof | Toepassing | Werkingscoëfficiënt |
---|---|---|
Drijfmest en dunne fractie | ||
Drijfmest van graasdieren op het eigen bedrijf geproduceerd | Op bedrijf met beweiding 2 | 45 |
Op bedrijf zonder beweiding 3 | 60 | |
Drijfmest van graasdieren aangevoerd | 60 | |
Drijfmest van varkens | Op klei en veen2 | 60 |
Op zand en löss3 | 80 | |
Drijfmest van overige diersoorten | 60 | |
Dunne fractie na mestbewerking, gier | 80 | |
Vaste mest | ||
Vaste mest van graasdieren op het eigen bedrijf geproduceerd | Op bouwland op klei en veen, van 1 sep t/m 31 jan | 30 |
Overige toepassingen op bedrijf met beweiding | 45 | |
Overige toepassingen op bedrijf zonder beweiding | 60 | |
Vaste mest van graasdieren aangevoerd | Op bouwland op klei en veen, van 1 sep t/m 31 jan | 30 |
Overige toepassingen | 45 | |
Vaste mest van varkens, pluimvee en nertsen | 55 | |
Vaste mest van overige diersoorten | Op bouwland op klei en veen, van 1 sep t/m 31 jan | 30 |
Overige toepassingen | 40 | |
Overig | ||
Compost | 10 | |
Champost | Op alle grondsoorten | 25 |
Zuiveringsslib | Op alle grondsoorten | 40 |
Overige organische meststoffen | Op alle grondsoorten | 50 |
Mengsels van meststoffen | Voor mengsels geldt de werkingscoëfficiënt van de meststof met de hoogste werkingscoëfficiënt die het mengsel bevat | |
1 Zonder nadere vermelding geldt de werkingscoëfficiënt voor alle grondsoorten, ongeacht herkomst en voor het hele jaar, tenzij aanwenden op basis van het Besluit gebruik meststoffen is verboden. | ||
2 De werkingscoëfficiënt voor een bedrijf met beweiding mag alleen worden toegepast als het bedrijf ook de stikstofgebruiksnorm voor beweid grasland toepast. | ||
3 De werkingscoëfficiënt voor een bedrijf zonder beweiding mag alleen worden toegepast als het bedrijf ook de stikstofgebruiksnorm voor grasland zonder beweiding toepast. Onder een bedrijf zonder beweiding valt ook een bedrijf waar uitsluitend jongvee van runderen niet ouder dan twee jaar wordt geweid, voor zover het aantal stuks jongvee in de wei niet groter is dan het aantal op het bedrijf gehouden ouderdieren. Daarnaast mogen hobbymatig gehouden dieren worden geweid. | ||
4 Als een mengsel een meststof bevat die niet in de tabel staat, geldt een werkingscoëfficiënt van 100%. |
Dierlijke mest op bouwland
Op bouwland mag standaard vanaf 16 maart drijfmest worden toegepast. Er zijn echter uitzonderingen voor o.a. granen, uien en aardappelen: percelen met dergelijke teelten mogen al vanaf 16 februari worden bemest. Daarbij geldt wel een meldplicht op welk perceel drijfmest wordt toegepast (invoer gewas in ‘Mijn Percelen’).
Dierlijke mest op grasland
Op grasland mag standaard vanaf 16 februari drijfmest worden toegepast. Uiteraard mag er niet worden uitgereden als de bodem bevroren, besneeuwd of met water verzadigd is.
Bron: RVO. Tabel 9: Werkzame stikstof landbouwgrond. Mestbeleid tabellen – januari 2025