Nieuwe Bemestingsregels 2025: Wat Verandert voor Akkerbouwers?
2025 is begonnen zoals het weer in 2024 ook is geëindigd: grauw en grijs. Deze kleurencombinatie lijkt op de wetgeving rond bemesting; zeker ook niet altijd zonnig en helder. Bovendien komen er uiteraard weer wetten bij of is er sprake van een aanscherping. Helaas krijgen we met ‘het grauwe en grijze’ allemaal te maken. De een in de uitvoering, de ander waar het gaat om aangepaste adviezen. Wat zijn de voornaamste veranderingen in 2025?
Allereerst de verlaging van de derogatienorm. In de NV-gebieden (voorheen vooral zand en löss, nu uitgebreider) mag er nog 190 kg N uit graasdierenmest gebruikt worden per hectare. Voor de rest van Nederland is dit 200 kg. Een en ander betekent dus een daling van 20 of 30 kg N per ha, oftewel 5 of 7,5 ton forfaitaire mest per ha minder (dus meer afzet of minder aanvoer).
Een positieve verandering is de zone rond N2000-gebieden. Deze gaat van 250 naar 100 meter. Hierna wordt er gekeken hoeveel procent van het topografisch perceel er in deze zone ligt. Bij 50 % of meer, telt dan het gehele perceel, anders telt het niet. Dit kan hele vreemde effecten geven tussen bedrijven die ogenschijnlijk hetzelfde liggen t.o.v. N2000. De exacte gebieden gaan worden aangegeven op de kaarten van de RVO.
Naast een lager gebruik van dierlijke mest, komt er in de NV-gebieden ook een extra korting op de totale N- gebruiksnorm. Deze was 5 % maar is nu 20 %. In grondwaterbeschermingsgebieden op zand- en lössgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Brabant en Limburg was het al 10 %.
Dan is er nog een wijziging, die voor alle bedrijven toepassing is: het aanleggen van een elektronisch dossier over het gebruik van meststoffen. Dit houdt in dat de gegevens van mest digitaal worden vastgelegd (alléén die zaken die nog niet bekend zijn bij de RVO). Concreet moet de eindvoorraad dierlijke mest worden vastgelegd (tonnen mest per soort en bijbehorende kilogrammen N en P). Daarnaast aanvoer en eindvoorraad van kunstmeststoffen in tonnen met kg N en P. Voor derogatiebedrijven en enkele andere bedrijven met vee was deze vastlegging al verplicht. Nu is het voor álle bedrijven verplicht; ook pure akkerbouwbedrijven moeten in januari 2025 voor de eerste keer deze gegevens doorsturen naar de RVO (via mijn.rvo.nl/aanvullende gegevens).
Bron: PPP-Agro Advies