Elk bedrijf vanaf 2023 een bemestingsplan
Na lange onderhandelingen heeft Nederland uiteindelijk toch de toestemming van Europa gekregen om, onder voorwaarden, meer dierlijke mest uit te kunnen blijven rijden. Deze toestemming is bij velen beter bekend als derogatie. Wat betekent deze derogatie nu eigenlijk, wat zijn de voorwaarden en wat gaat er veranderen?
Normen worden afgebouwd
Derogatie betekent een uitzonderingssituatie op de reguliere wetgeving. Voor Nederland, en nog enkele andere landen, betekent het dat er meer dierlijke mest van graasdieren op het land gebracht mag worden dan de reguliere 170 kg N/ha. Wel worden de normen de komende jaren verder afgebouwd.
Derogatienorm (kg/ha) | ||
Lage norm* | Hoge norm | |
2022 | 230 | 250 |
2023 | 220 | 240 |
2024 | 210 | 230 |
2025 | 190 | 200 |
2026 e.v. | 170 | 170 |
*Nutriënt verontreinigde gebieden
– Dit zijn de ‘huidige 230-gebieden’ aangevuld met extra gebieden met onvoldoende waterkwaliteit.
– Ook klei-/veengronden
Op percelen in Natura2000-gebieden en in grondwaterbeschermingsgebieden kan geen gebruik worden gemaakt van derogatie. De eis van 80 % grasland en verbod op fosfaatkunstmest blijft staan.
Naast het verlagen van de normen en het beperken van de gebieden die er gebruik van kunnen maken, zijn er nog enkele andere (algemene) toegevoegde eisen. De exacte inhoud van deze eisen moet soms nog worden ingevuld.
- Aanscherping van graslandvernietigingseisen op klei- en veengrond
- Lage norm percelen op klei- en veengronden moeten ook een verplicht vanggewas na mais zaaien. Invulling waarschijnlijk gelijk aan zand en lössgrond.
- Bedrijven met derogatie in 2021 kunnen in aanmerking komen voor een transitievergoeding vanaf 2023 (om het behoud van grasland financieel te stimuleren).
Verplichting bemestingsplan
In het verleden was het opstellen van een bemestingsplan voor niet-derogatiebedrijven NIET verplicht. In de nieuwe derogatiebeschikking staat nadrukkelijk dat dit bemestingsplan voor alle bedrijven (ook akkerbouw, groente en fruittelers) verplicht gaat worden. De invoering en invulling zijn nog onbekend.
Andere data mest uitrijden
Ook de data voor mest uitrijden veranderen per 1 januari a.s.. Vaste, strorijke mest mag vanaf 1 januari worden uitgereden. Voor vaste mest zonder stro blijft de datum 1 februari.
Drijfmest op bouwland verschuift naar 16 maart (was 16 februari). De meldplicht voor mais is hiermee ook vervallen. Wel komt er een uitzondering voor vroeg teelten (met meldplicht) die tussen 16 februari en 16 maart bemest mogen worden. Melding moet uiterlijk 1 dag voor het bemesten gebeuren.
Teeltvrije zones
Daarnaast krijgen we te maken met teeltvrije zones langs sloten. Er zijn 4 categorieën sloten:
- Natte sloot
- Watervoerend in (deel) van periode 1 april – 1 november
- Teeltvrije zone 3 meter
- Of 1 meter (als anders > 4 % van perceel)
- Of 0,5 meter (als > 4 % bij 1 meter)
- Droge sloot
- Droog in periode 1 april – 1 november
- Teeltvrije zone 1 meter
- Ecologisch kwetsbare waterloop
- Huidige waterlopen op de kaartlagen bij de RVO
- Verplichte teeltvrije zone van 5 meter
- Huidige waterlopen op de kaartlagen bij de RVO
- KRW-waterlichaam
- Nog geen kaarten beschikbaar
- Verplichte teeltvrije zone van 5 meter
- Intekening volgens NSP
- Vooral in Broek in Waterland en langs Friese Meren
In de periode 2023 t/m 2026 geldt op zand- en lössgronden een rotatieplicht met rustgewassen van 1 op 4. Hierbij geldt een vrijstelling voor biologische teelt en langjarige (>4 jaar) teelten. Vanaf 2027 gaat de rotatieplicht naar 1 op 3. Rustgewassen voor het mestbeleid zijn o.a. gras, graan en 1e jaar bloembollen, maar ook vanggewassen na vroege oogst (voor 1 september) van de hoofdteelt.
Nieuw GLB vanaf 2023
Naast de invoering van het nieuwe mestbeleid (regel- en wetgeving t/m 2025) krijgen we tevens te maken met het nieuwe GLB vanaf 2023. Ook in deze wetgeving komen meerdere eisen die met de bodem te maken hebben, zoals wisselteelt en teelt van wintergewassen. Dit alles uitleggen in een artikel is gewoonweg niet te doen; teveel en vaak te bedrijfsspecifiek.
Daarom aan iedere betrokkene/belanghebbende het nadrukkelijke advies, oriënteer je op wat er allemaal speelt en kijk wat er mag/moet. De effecten kunnen namelijk heel ingrijpend zijn.
Bron: PPP-Agro Advies