Graslandvernieuwing
Wettelijk gezien mag er op dit moment (medio juli) tot en met 31 augustus (zand en löss) of tot 15 september (klei en veen) grasland gescheurd worden om opnieuw in te zaaien. Welke keuzes neem je mee in je beslissing?
De graszode heeft de afgelopen jaren veel geleden van de droogte. Dit jaar heeft de zode het op veel plaatsen nog eens extra te verduren gehad door de zeer zware eerste snede. Vanuit technisch oogpunt willen we het aandeel goede grassen op minimaal 80% hebben. Dit zijn naast Engels Raaigras ook timothee, beemlangbloem, veldbeemd en natuurlijk de klaver. Zit het aandeel goede grassen tussen 50 en 80%, dan is het advies om maatregelen te nemen. Dit hoeft overigens niet meteen scheuren te betekenen. Zit er minder dan 50% goede grassen in de zode, dan is vernieuwen echt de enige optie.
Zoek naar oorzaak aandeel slechte grassen
In de categorie 50 – 80% goede grassen is het zaak te kijken waarom het aandeel beperkt is. Is de bodem in orde (pak het grondonderzoek er bij!), zijn er geen storende lagen en is de ligging goed, dan is doorzaaien een prima optie. Alles op z’n kop zetten is voor die situatie relatief duur en gewoon niet nodig. Plan het doorzaaien in bij een kale stoppel en, als het kan, vóór een weidesnede. Het jonge gras krijgt dan voldoende licht en ruimte om zich te ontwikkelen.
Praktisch gezien kan doorzaaien deze zomer eigenlijk op elk moment, omdat de vochtvoorziening tot nu toe (te) goed is, zonder extreme temperaturen. Combineer doorzaaien ook meteen met een (eventuele) onkruidbestrijding.
Opnieuw inzaaien must bij 50% of minder goede grassen
Opnieuw inzaaien is absoluut noodzakelijk als er in de zode <50% goede grassen aanwezig zijn of als er herstelwerkzaamheden in de bodem (zoals weghalen van storende lagen) noodzakelijk zijn. Een en ander mag dus alleen in de eerdergenoemde periode en moet nog nauwkeuriger worden ingepland. Denk hierbij aan de benodigde tijd voor vernietigen/doodspuiten van de zode, grondbewerkingen, eventuele bekalking etc. Op zandgrond moet scheuren/ opnieuw inzaaien gemeld worden bij de RVO en wordt de stikstofgebruiksruimte gekort met 50 kg N / ha.
Wat dit jaar in positieve zin meespeelt om de knoop tot scheuren al dan niet door te hakken, is de aanmerkelijk betere ruwvoerpositie ten opzichte van voorgaande jaren. Dit geldt zeker op intensieve bedrijven en bedrijven op droogtegevoelige grond.
Bron: PPP Agro Advies