Drijfmestgift in wintertarwe afstemmen op aardappelteelt
Omdat er minder mogelijkheden zijn voor drijfmest over de ploegsnede op klei, wordt er naar verhouding veel drijfmest uitgereden op wintertarwe. Door de scherpe fosfaatgebruiksnorm, wordt het ook steeds belangrijker om daarbij rekening te houden met de P-behoefte van aardappelen.
De eerste N-gift op wintertarwe bestaat vooral uit kunstmest. De resterende N-behoefte wordt, zodra de grond voldoende is ingedroogd, bij veel percelen gegeven in de vorm van drijfmest. Vanwege de lagere fosfaatgebruiksnorm (zie tabel), kunt u hierbij het best kiezen voor P-arme drijfmest, zoals dunne mest, op wintertarwepercelen. Dit geldt met name voor die percelen waar de P-toestand toch al vrij hoog is (Pw-getal > 45).
Aardappel meest P-behoeftig
U houdt daarmee ruimte over voor aardappelen, nog steeds het meest P-behoeftige gewas.
Als de P-toestand van het wintertarweperceel lager (Pw-getal <45) of lager dan gemiddeld is, dan kunt u met de drijfmestgift rekening houden met de aardappelteelt in het volgende jaar. Mits u nog ruimte heeft binnen de norm, is dan het advies om P-rijke drijfmest toe te dienen op wintertarwepercelen waar u volgend jaar aardappelen heeft gepland.
Optimaal benutten
Door de aangescherpte normen is het zaak de ruimte optimaal te benutten. Veel bemestingsplannen laten zien dat de praktijk niet overal meer drijfmest kan toepassen in combinatie met andere fosfaatbronnen zoals compost, vaste mest of een bodemverbeteraar.
Fosfaatgebruiksnormen vanaf 2020 | |||
---|---|---|---|
Bouwland (Pw-getal) | P2O5 (kg/ha) vanaf 2020 vanaf 2020 | ||
Hoog 1 | > 55 | 40 | |
Ruim | 46-55 | 60 | |
Neutraal | 36-45 | 70 | |
Laag | 25-35 | 80 | |
Arm | < 25 | 120 2 | |
1 Zonder een geldige fosfaatanalyse (bijv. ouder dan 15 mei 2011) valt het perceel in de categorie 'Hoog' | |||
2 Alleen bij een gestratificeerd onderzoek |
Bron: Delphy