Betere benutting mineralen door rijenbemesting maïs
Door rijenbemesting toe te passen, kunt u de mineralenbenutting verbeteren. Dit geldt voor zowel mineralen in kunstmest als de mineralen in organische mest.
Als u maïs teelt in het zuidoostelijk zandgebied of op lössgrond, dan moet u rekening houden met een lagere N-gebruiksnorm. Daardoor is het noodzakelijk om mineralen nog efficiënter te benutten, zeker als u rekening moet houden met beperkte plaatsingsruimte van organische mest.
Efficiëntere benutting mineralen
Door mineralen in de rij te geven in plaats van volvelds te verspreiden, realiseert u de volgende verbeteringen in de werking van meststoffen:
- 25% in geval van stikstof (N)
- 25-50% in geval van fosfaat (P)
- 0-75% in geval van kali (K)
Hogere ds-opbrengst bij rijenbemesting
Onderzoek op het Zuidoostelijk zand onderschrijft de efficiëntere benutting bij rijenbemesting en de daarmee samenhangende verhoging van de drogestofopbrengst. In dit onderzoek resulteerde een volvelds-toepassing van 15 ton rundveedrijfmest in een ds-opbrengst van circa 17 ton, bij dezelfde hoeveelheid als rijenbemesting was de opbrengst ruim 18 ton. Na toepassing van 35 ton rundveedrijfmest was het resultaat ruim 18,5 ton ds bij volvelds en iets meer dan 20 ton bij de rijenbemesting.
Aandachtspunten rijenbemesting drijfmest in één werkgang
- Als mest wordt uitgereden tijdens het zaaien is het aantal werkbare dagen beperkt
- Let op de afstelling van de bemester. Dit is heel belangrijk. Als drijfmest te dicht bij het zaad wordt toegediend (minder dan 7 cm afstand) is er kans op zoutschade en opbrengstderving (10-20%)
- Zorg ervoor dat de hoeveelheid losse grond wordt beperkt voor een goed zaairesultaat
- Geef, afhankelijk van de gehalten, maximaal 35 tot 40 m3/ha om de mest goed in de bouwvoor te houden en niet er bovenop
- Voorkom dat het zaad in de drijfmest komt te liggen
- Houd rekening met structuurschade op nattere grond
GPS maakt bemesten en zaaien in een gang mogelijk
In de praktijk wordt rijenbemesting steeds vaker toegepast. Er kleven hieraan twee nadelen. De apparatuur heeft een beperkte capaciteit en het aantal ‘geschikte’ toepassingsmomenten is minder. Met GPS is dit bezwaar te ondervangen en is het bovendien mogelijk een organische rijenbemesting in twee werkgangen toe te passen.
Bemesten en bewerken van de grond kan al op een eerder moment in het seizoen plaatsvinden. Zo wordt de capaciteit van zowel de bemesters als de zaaimachines behoorlijk verhoogd. Daarnaast wordt de mogelijkheid voor goed zaaiwerk verbeterd, met behoud van de juiste plaatsing van het zaadje ten opzichte van de mest. Het risico op een lagere opbrengst door het contact van zaad en mest wordt sterk verminderd.