Deel

Bemesting

Bemestingsplan anno 2023 op zand- en lössgronden

De planning van het nieuwe jaar staat weer voor de deur. In het bouwplan en de bemesting moet onder andere rekening worden gehouden met de nieuwe regels van het GLB. Wat betekent dit voor de bedrijven op de zand- en lössgronden?

De volgende nieuwe regels vanuit het GLB hebben invloed op de bemesting:

  • Het verplicht telen van een rustgewas, o.a.  graan, gras, korte conserventeelten in combinatie met een groenbemester of luzerne. Deze verplichting, een rustgewas per perceel binnen nu en de komende 3 jaar, komt vanuit het 7e actieprogramma nitraat (7eAPN).  Let op, tijdelijk gras is geen rustgewas als aan de eco-regeling wordt mee gedaan.
  • Wanneer men gaat voor de ecoregeling,  een mogelijke teelt van een vlinderbloemige, luzerne, erwten, stamslabonen, tuinbonen of veldbonen.
  • Het in groene braak leggen van (delen van) percelen, waarmee veel punten gescoord worden voor o.a. biodiversiteit en een hoge bijdrage aan de benodigde financiële waarde, om te gaan voor een hogere GLB-subsidie.
  • De extra stikstofruimte voor groenbemesters (was 50 kg N) vervalt.

Er moet daarom, nog meer als in het verleden, vooruit worden gepland en worden gekeken hoe een en ander financieel uitpakt. Voor de planning van de bemesting is het zinvol te kijken wanneer de laatste grondonderzoeken zijn gedaan. Om gebruik te maken van de P-differentiatie mogen de onderzoeken maximaal 4 jaar oud zijn op 15 mei 2023. Is de monstername vóór 16 mei 2019, dan moet er een nieuw grondmonster worden genomen.
Voor hoog salderende gewassen is het altijd rendabel een recent grondonderzoek te hebben. Om onder andere hiermee gestructureerd inzicht te krijgen in de keuzes voor de bemesting, is het maken van een bemestingsplan uitermate effectief. Hiermee kan gemakkelijk worden gepland welke meststof bij welk gewas c.q. perceel past. Een aantal voorbeelden van meststoffenplanning zijn:

  • Toepassing dunne drijfmestsoorten voor gewassen die in een korte periode de stikstof opnemen, zoals mais en bieten.
  • Rundveemest past prima voor gewassen (o.a. aardappelen) die veel kali en over een langere periode stikstof nodig hebben. Wel laten aardappelen laten door een minder goede opname echter vaak veel stikstof na. Hierdoor is het zinvol er alsnog een groenbemester na te telen om het restant stikstof te kunnen benutten in het volgende jaar.  Bovendien gaat er minder stikstof verloren door vervluchtiging of  uitspoelen. Vanuit de eco-regeling geeft deze vanggewasteelt bovendien ook punten en extra waarde.

Uiteraard geeft een bemestingsplan ook inzicht in de benodigde aanvullingen van kunstmestsoorten  waardoor tijdige bestelling mogelijk is. Een overzicht van de grondonderzoeken geeft inzicht in de percelen waaraan het een en ander schort. Zitten er bijvoorbeeld percelen tussen met een laag kali-gehalte of een lage pH. Afhankelijk van de hoogte van de gemeten pH’s en de streefwaarden kan dan bepaald worden of er al op korte termijn een bekalking noodzakelijk is (moet de pH 0,5 of meer verhoogd worden) of dat er slecht een kleine correctie nodig is die in het voorjaar uitgevoerd kan worden.
Door alle veranderingen (o.a. het nieuwe GLB) en de huidige kunstmestprijzen, is een tijdige aanpak en het maken van een goede planning noodzakelijk om niet verrast te worden en uiteindelijk te kunnen gaan voor een optimale teelt van de gewassen. Schakel zo nodig hulp in van deskundigen.

Bron: Delphy

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting