Voorjaarswerk gestart: Bemestingsadvies voor aardappelen, uien en wintergranen
Het voorjaarswerk is weer gestart; de primeuraardappelen onder plastic en de tweedejaars plantuien zijn al voor een groot deel geplant. Ook de eerste percelen zaaiuien en suikerbieten zijn gezaaid. Al deze werkzaamheden zijn duidelijk eerder dan vorig jaar toen er sprake was van een zeer natte winter en voorjaar; de eerste stikstofgiften zijn daarom alweer gegeven. Wat is op dit moment het bemestingsvooruitzicht bij de wintergranen als het gaat om de stikstofvoorziening?
Op tijd gezaaide wintertarwe en wintergerst reageren goed op de eerste N-gift. Een enkel laat (in december) gezaaid perceel wintertarwe staat er dun op; een laag duizendkorrelgewicht in combinatie met de omstandigheden hebben geleid tot een lagere veldopkomst. Optimaal is 500 halmen/m2. Een ras als Residence stoelt nog wel aardig uit, maar een ras als Chevignon bijvoorbeeld geeft, zeker bij late zaai, minder c.q. onvoldoende compenserende halmen. Bij minder dan 100 planten/m2 betekent dit overzaaien met zomertarwe of het perceelsgedeelte inzetten als ecomaatregel door deze braak te leggen of een stikstofbindend gewas in te zaaien.
Welke keuze u maakt is uiteindelijk een rekensom. Voor de optie ‘braak’ geldt dat dit uiterlijk 1 april moet ingaan en dat er dan geen gewasbeschermingsmiddelen of mest mag worden toegepast in deze braakperiode van 9 maanden of zolang het gewas er dit jaar staat (als de braakperiode eerder ingaat). Vanaf 31 mei tot 31 augustus moet het perceel voor minimaal 80% zichtbaar bedekt zijn door een levend gewas. Dit kan door bijv. tijdig een kruidenmengsel in te zaaien.
Schuiven met stikstof geeft risico’s
Uit wat oudere proeven, met de toen geïntroduceerde hoog opbrengende wintertarwerassen, bleek dat een N-aanbod van 270 kg (de N-norm van 245 kg met een Nmin van 25 kg) het optimum was. In een NV-gebied is de N-norm maar 196 kg. Dan zou er een Nmin van 74 kg moeten zijn om het optimale aanbod te halen. Deze hoeveelheid is in de huidige Nmin-monsters niet zichtbaar.
Na een frietaardappelteelt in 2024 is er nu in de laag 0-90 cm gemiddeld (wel een grote spreiding) 45 kg N beschikbaar. Met een N-aanbod van 241 kg (45 kg + 196 kg N) is in een NV-gebied de opbrengst ca. 200 kg tarwe lager dan bij de optimale bemesting met bovendien een duidelijk lager eiwitgehalte.
Wil je in een NV-gebied 50 kg N/ha op de wintertarwe sparen om dit aan een ander gewas te geven, dan moet er rekening worden gehouden met nog eens ca. 600 kg opbrengstdaling. Bij een N-aanbod < 195 kg daalt de opbrengst sterk. Ter illustratie: bij een N-aanbod van ca. 50 kg was de opbrengst gemiddeld maar 6,8 ton met 7,8% eiwit.
Bron: Delphy