Aanvullende N-gift en bladbemesting bij aardappel
Een aanvullende stikstofbemesting en een eventuele bladbemesting in poot- en consumptieaardappelen moeten zijn afgestemd op de gewasontwikkeling. Duidelijk zichtbare knolaanleg is het juiste moment voor een aanvullende N-gift. Dan is het ook tijd om te controleren op mangaan- en magnesiumgebrek.
Van zichtbare knolaanleg is sprake als minimaal alle stolonen zijn verdikt. Bij rassen die veel stikstof vragen, kunt u het best een N-gift in twee beurten geven. Zo voorkomt u dat het gewas direct ‘in het loof’ schiet.
Mangaan
Bij hoge temperaturen en als er veel vocht aanwezig is groeien de gewassen explosief. Percelen staan dan vaak licht gekleurd. Dit wil echter niet altijd zeggen dat er sprake is van mangaan- of magnesiumgebrek. Het is dan ook zeker niet nodig om standaard een bespuiting met bladmeststoffen uit te voeren.
Een uitzondering hierop vormen de lichte kalkrijke zavelgronden waarvan bekend is dat ze gevoelig zijn voor mangaangebrek. Op deze gronden kan het zinvol zijn om een aantal bladbespuitingen met mangaan uit te voeren.
Mangaangebrek in aardappelen ziet u meestal in de topbladeren. Deze worden lichter en vouwen zich iets samen. Na korte tijd ontstaan rijen zwarte stipjes langs de hoofdnerven van de bladeren.
Magnesium
Op percelen waar veel kali is gegeven of waar het magnesiumgetal laag of het kaligetal hoog is, is het raadzaam om het gewas te controleren op magnesiumgebrek. De aardappelplant heeft magnesium vooral nodig vanaf de knolzetting en rondom bloei. Magnesiumgebrek in aardappelen ziet u het eerst in de onderste bladeren. De bladeren kleuren geel waarbij nerven en rand van het blad groen blijven. Na verloop van tijd ontstaan in de geel gekleurde plekken in het blad bruin-zwarte vlekken.
Het toepassen van bladbemesting leidt bij magnesiumgebrek niet altijd tot hogere opbrengsten. In gevoelige aardappelrassen kan het gebruik van magnesium het gewas net wat extra helpen onder moeilijke groeiomstandigheden. Dit geldt vooral op percelen die gevoelig zijn voor magnesiumgebrek. Als magnesiumgebrek zichtbaar is, is het opheffen van het gebrek veel moeilijker.
Rassen die gevoelig voor magnesiumgebrek zijn o.a.: Asterix, Bildtstar, Desiree, Felsina, Innovator, Jaerla, Lady Christel, Markies, Nicola, Redstar, Remarka, Saturna, Spunta en Victoria. Agria is matig gevoelig.
Bladbemesting
Bij gebreksverschijnselen gaat de voorkeur uit naar een bladbemesting. Deze bladmeststoffen kunnen toegevoegd worden aan de Phytophthora-bestrijding. Let op: als bladmeststoffen worden gecombineerd met olie of olieachtige formuleringen (zoals dimethoaat, pyrethroïden) is er kans op bladverbranding. Pas bladmeststoffen op een droog gewas toe. Ook na toepassing moet het nog enige uren droog zijn.
Bron: Delphy