Slim Bemesten in 2025: Stikstofverdeling, Groenbemesters en Eerste Gift Wintertarwe
Het kan niet anders dan dat er vooraf goed gerekend moet worden om de meststoffen zo goed mogelijk te verdelen binnen de toegelaten normen, zeker waar het aanwending binnen een NV-gebied (nutriënten verontreinigd gebied) betreft vanwege de 20% korting op de N-norm. Daarnaast is er ook nog eens het risico op mislopen van de N-norm van 60 kg voor een niet-vlinderbloemige groenbemester als deze niet tót 1 februari blijft staan. Een en ander gaat er in de toekomst toe leiden dat er nauwelijks tot geen dierlijke mest in het najaar kan worden gegeven; mogelijk leidt dat ook dit jaar al tot beperkingen van de najaarsaanwending.
Degenen die in het afgelopen najaar nog organische mest heeft uitgereden kan daar nog stikstof uit verwachten. Van de stikstof die vorig jaar al vrij is gekomen, de direct beschikbare minerale N (Nm) en de al gemineraliseerde stikstof, is de beschikbaarheid afhankelijk van de neerslag tijdens de winterperiode. De nog aanwezige stikstok (Nmin) kan het best in februari-maart worden bepaald. Cosun biedt dit jaar voor percelen suikerbieten en aardappelen een Nmin-bepaling aan haar leden aan; maak hier gebruik van!
In relatief droge wintermaanden, bijv. in 2017 en 2019 met < 200 mm van 1 nov – 1 feb, was er sprake van een hoge Nmin waardoor de stikstofbemesting kon worden verlaagd. Vanaf 2019 waren de meeste winters echter nat met > 300 mm van 1 nov – 1 mrt. De Nmin is dan erg laag, ook na bijv. consumptieaardappelen, een gewas dat relatief veel stikstof achterlaat in de bodem. Alle stikstof die niet bij de hoofdteelten nodig is, geeft ruimte om in het najaar toch nog een perceel groenbemester te bemesten. Kies dan wel een perceel waar dat nodig is, bijvoorbeeld een graanstoppel waar stro is achtergelaten en een niet-vlinderbloemige groenbemester wordt gezaaid.
Eerste gift wintertarwe met kunstmest
In droge voorjaren wordt er in wintertarwe veelal voor gekozen om drijfmest uit te rijden; nuttig om bijvoorbeeld de fosfaatruimte te benutten met dierlijke mest. Toch is het advies de eerste gift het liefst met kunstmest te geven vanwege de snelle beschikbaarheid van mineralen. Vanaf 1 februari mag de stikstofbemesting met kunstmest worden gegeven. Bij graan specifiek op kleigrond mag dit eventueel op bevroren grond, mits deze maar licht bevroren is én de temperatuur overdag tenminste 5°C is zodat de kunstmest kan oplossen. De grond mag dus niet 24 uur lang bevroren blijven!
- een bodem die helemaal of voor een deel bevroren is, of waarop (voor een deel) sneeuw ligt;
- een bodem waarvan de bovenste laag verzadigd is met water;
- een bodem die in de periode van 1 september tot en met 31 januari tegelijkertijd wordt bevloeid, beregend of geïnfiltreerd;
- niet-beteelde grond met een hellingspercentage van 7% of meer;
- beteelde of niet-beteelde grond met een hellingspercentage van 7% of meer en aangetast door geulenerosie;
- bouwland met een hellingspercentage van 18% of meer.
Start met een zwavelhoudende meststof
Zeker na relatief natte winters is het de laatste jaren steeds gebruikelijker geworden om in wintergraan en graszaad te kiezen voor een zwavelhoudende KAS (bijvoorbeeld Dynamon) of NTS. Op kalkrijke kleigronden is het sowieso beter om een NTS in plaats van Urean in te zetten omdat deze minder risico geeft op vervluchtiging van NH3.
Bron: Delphy