Deel

Tarwe

Stikstofbemesting wintertarwe (bakkwaliteit) op löss

Algemene bemestingsrichtlijn (kg N/ha)
1e gift: 140-Nmin; 100 maximaal. 
2e gift: 80 maximaal
3e gift: 80 maximaal
NB. Dit is een landbouwkundige richtlijn. Let op de gebruiksnorm.

Opmerkingen:

  • Gebruiksnorm 2020 en 2021 = maximaal 190 kg N/ha.
  • Nmin meten in de laag 0-100 cm.
  • 1e gift: bemestingstijdstip = begin uitstoeling; 1-2 spruiten per plant (DC 21-22).
  • 1e gift: bij zeer lage Nmin-voorraden in het voorjaar kan de berekende adviesgift volgens de Nmin-formule hoger zijn dan de maximale gift. De tweede (maximale) gift blijft in dit geval gehandhaafd.
  • 1e gift: bij zeer hoge Nmin-voorraden in het voorjaar wordt een minimumgift van 20 kg N/ha geadviseerd (als de berekende gift volgens de Nmin-formule lager is dan 30).
  • 1e gift: verhoog de gift met 10 kg/ha als sprake is van een slechte structuur.
  • 1e gift: blijft het gewas na de 1e gift (of ondanks een voldoende voorraad in het profiel) te schraal, geef dan een tussengift van circa 30 kg N/ha en dien de 2e gift volgens advies toe.
  • 2e gift: bemestingstijdstip = 1-2 knopen (DC 31-32). Advies 2e gift geldt voor een opbrengst van > 11 ton. Is de opbrengstverwachting < 11 ton, strooi dan 20 kg N/ha per ton korrelopbrengst minder.
  • 2e gift: als de Nmin-voorraad in het voorjaar zo hoog is dat de berekende 1e gift volgens de Nmin-formule lager is dan 30, dan moet de 2e gift worden berekend volgens de Nmin-formule 200-Nmin (Nmin is vastgesteld voorafgaand aan de 1e gift). Is met deze formule de berekende gift 20 of minder, geef dan minimaal 20.
  • 3e gift: bemestingstijdstip = vlagbladstadium (DC 41-45).
Algemene bemestingsrichtlijn omgerekend naar verschillende Nmin-situaties 
· Kg N/ha bij Nmin >110:​130-200 verdeeld over drie giften:​1e gift = 30
2e gift = 200 – Nmin; min. = 20
3e gift = 80
· Kg N/ha bij Nmin 40-110:​300 – Nmin verdeeld over drie giften:1e gift = 100 – Nmin
2e gift = 80
3e gift = 80
​· Kg N/ha bij Nmin 0-40:​260 verdeeld over drie giften:​1e gift = 100
2e gift = 80
3e gift = 80
Korting op N-gift na onderwerken goed ontwikkelde groenbemester (opname circa 80 kg N in bovengrondse delen) ​
Type groenbemesterOnderwerken/afsterven in de herfst (met N-min meting in voorjaar) Onderwerken/afsterven in de herfst (zonder N-min meting in voorjaar) Onderwerken in het voorjaar (vóór half maart)
​Kruisbloemigen (bladrammenas, gele mosterd, bladkool)​0​30​40
Vlinderbloemigen (klaversoorten, wikke)40​6060
Grasachtigen (raaigrassen, winterrogge)20​3040

Korting op N-gift na onderwerken diverse oogstresten in herfst/winter en na scheuren grasland  

​Type oogstrest

​N-nawerking 1e jaar (kg/ha)

​N-nawerking 2e jaar (kg/ha)

N-nawerking 3e jaar (kg/ha)
​Graan- en korrelmaisstro​0​0​0
Gewasresten van prei, knolvenkel en rode bieten20​00
Gewasresten van bloemkool, broccoli, boerenkool en sluitkolen30​00
​Gewasresten van spruitkool​40​0​0
Bietenblad30​00
Luzerne 1)75​6525
Gescheurd grasland 1)
- 1-jarig50​00
- 2-jarig100​00
- 3-jarig en ouder100​300
1) Bemest u op basis van een Nmin-monster, ga er dan vanuit dat circa 1/3 van de bemestende waarde tot uiting komt in een hogere Nmin-voorraad in het voorjaar terwijl 2/3 gedurende het groeiseizoen tot beschikking komt voor het gewas.

Bron: Commissie Bemesting Akkerbouw/Vollegrondsgroenteteelt, Wageningen UR, OCI Agro

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting