Verzurende werking van meststoffen
Stikstofmeststoffen verzuren de bodem. Maar de mate waarin is zeer verschillend. Naast stikstof zijn het zwavelgehalte en de samenstelling van de vulstof in de meststof bepalend voor de verzuring. Magnesium heeft een bekalkende werking en zorgt zo voor een minder verzurende werking in de bodem. Zwavel geeft een meststof juist een sterk verzurend karakter.
Bodemkwaliteit
De zuurgraad of pH is van invloed op de chemische bodemkwaliteit en de gewasgroei. De beschikbaarheid van nutriënten voor het gewas en de vorm waarin nutriënten voorkomen, is afhankelijk van de pH. Vooral bij een lage pH is de beschikbaarheid van de meeste nutriënten sterk verminderd. Ook een hoge pH beperkt de beschikbaarheid van bepaalde nutriënten, zoals mangaan. Voor een goede gewasgroei is het essentieel de pH op een optimaal niveau te houden. Daartoe kan het beste worden afgegaan op de adviesbasis voor de bemesting.
De optimale pH-bandbreedte voor de meeste gewassen
Zoals uit bovenstaand figuur blijkt, zijn de meeste voedingselementen goed opneembaar bij een pH tussen 5,5 en 7.
Optimale pH realiseren
Voor de akkerbouw is de optimale pH afhankelijk van het bouwplan, omdat gewassen verschillende eisen stellen aan de pH. Zo hebben bieten een hogere pH nodig dan aardappelen. Het aandeel bieten en/of aardappelen in het bouwplan heeft dan ook invloed op de hoogte van de optimale pH.
Bij bekalking wordt onderscheid gemaakt tussen onderhoudsbekalking (om uitspoeling te compenseren en de pH op niveau te houden) en reparatiebekalking (om een te lage pH op het gewenste niveau te brengen). De berekening van de benodigde reparatiebekalking verschilt per grondsoort.
Extra kosten
Voor bouwland en grasland leidt verzuring tot extra kosten voor bekalking. Want hoe meer verzuring, hoe hoger de kosten voor het corrigeren van de zuurgraad van de bodem. Dit kan oplopen tot enkele tientallen euro’s per hectare. Bij de keuze van de meststof is dit dan ook een belangrijke punt. Door een meststof aan te schaffen die tegelijkertijd ook kalk bevat, zijn kosten te besparen (bijvoorbeeld Nutramon KAS).
Basenequivalenten
De verzurende werking wordt uitgedrukt in basenequivalenten per 100 kg stikstof en per 100 kg meststof. Een meststof wordt als verzurend aangemerkt als de waarde beneden de -5 ligt. Hoe sterker negatief, hoe sterker de verzurende werking. 1 kg basenequivalent is te compenseren met 1 kg nw (neutraliserende waarde, bijvoorbeeld 1 kg magnesium).
De verzurende werking van meststoffen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Soort meststof | Basenequivalent per 100 kg N | Basenequivalent per 100 kg meststof | N-gehalte | ||
Grasland | Bouwland | Grasland | Bouwland | (%) | |
Nutramon KAS | -33 | -53 | -9 | -14 | 27 |
Kalkammonsalpeter zonder Mg | -36 | -56 | -10 | -15 | 27 |
Stikstofmagnesia | 16 | -4 | 4 | -1 | 22 |
24 N + 7 S | -80 | -100 | -19 | -24 | 24 |
Ammoniumsulfaat- salpeter (ASS) | -168 | -188 | -44 | -49 | 26 |
Granular3 | -280 | -300 | -59 | -63 | 21 |
Granular2 | -280 | -300 | -59 | -63 | 21 |
Zwavelzure ammoniak | -280 | -300 | -59 | -63 | 21 |
Chilisalpeter | 125 | 106 | 20 | 17 | 16 |
Ammoniak vloeibaar | -80 | -100 | -66 | -82 | 82 |
Anasol 15 N + 5 S | -138 | -158 | -21 | -24 | 15 |
NTS 27 N + 3 S | -99 | -119 | -27 | -32 | 27 |
Urean 30 | -80 | -100 | -24 | -30 | 30 |
Ureum | -80 | -100 | -37 | -46 | 46 |
NP 20+34 | -150 | -170 | -30 | -34 | 20 |
NPK 20+10+10 | -85 | -105 | -17 | -21 | 20 |
NPK 18+7+7+7 | -17 | -39 | -3 | -7 | 18 |
NPK 17+17+17 | -59 | -82 | -10 | -14 | 17 |
NPK 15+15+15 CH | -60 | -80 | -9 | -12 | 15 |
NPK 15+15+15 CA | -80 | -100 | -12 | -15 | 15 |
NPK 15+12+24 | -13 | -33 | -2 | -5 | 15 |
NPK 12+10+18 CA | -25 | -42 | -3 | -5 | 12 |
NPK 7+14+28 | 86 | 57 | 6 | 4 | 7 |
PK 25+25 | -17 | -17 | 0 | ||
PK 15+30 | 8 | 8 | 0 | ||
PK 14+24 | 14 | 14 | 0 | ||
NP 20+20 | -120 | -140 | -24 | -28 | 20 |
NP 12+54 (MAP) | -258 | -283 | -31 | -34 | 12 |
NP 18+46 (DAP) | -183 | -211 | -33 | -38 | 18 |
Berekening van verzurende werking meststoffen
Zoals gezegd wordt een meststof als verzurend aangemerkt als de waarde beneden de -5 ligt. Een meststof wordt als basisch werkend aangemerkt als de waarde boven +5 ligt. Het basenequivalent is te berekenen met behulp van de Sluijsmans formule (gehalten in procenten). Deze luidt als volgt:
1 * CaO + 1.4 * MgO + 0.6 * K2O + 0.9 Na2O – 0.4 * P2O5 – 0.7 * SO3 – 0.8 * Cl – n * N
De waarde ‘n’ is voor bouwland 0.8 en voor grasland 1.0. Voor een juiste berekening moet de volledige samenstelling van een meststof bekend zijn. Er wordt in de formule geen onderscheid gemaakt naar de stikstofvorm.
Bronnen
OCI Nitrogen (2010). Ik strooi bewust.