Bemestingsstrategieën voor najaar: fosfaat, kali en schuimaarde
Het najaar is op zich een prima moment om een bouwplanbemesting te plannen voor fosfaat of kali. In het verleden gebeurde dit ook regelmatig. Toch zien we een verschuiving. Was het eerder gebruikelijk in het najaar onder gunstige omstandigheden voorafgaand aan een nieuwe teelt kali uit te rijden, tegenwoordig wordt er meer “vers” in het seizoen gegeven. De bemestingsspecialisten en bodemdeskundigen zijn het er overigens nog niet over eens welke methode beter zou zijn.
Toch zijn er situaties denkbaar om toch in het najaar te bemesten. Een voorbeeld in dit kader is als een suikerbietenteler ingaat op de verplichting vanuit zijn Cosuncontract om schuimaarde af te nemen (Betacal Flow of Betacal Filter). Deze moet dan toch op enig moment in het najaar worden uitgereden. Bij de afname van schuimaarde is er de mogelijkheid te kiezen hebt voor de vloeibare variant (Flow) of de vaste variant (Filter). Als de ruimte op het erf het toelaat, dan is er met de Filter- variant meer mogelijkheid met de vast mestverspreider het eigen uitrijdmoment te kiezen. Dit moment hoeft niet persé in het najaar te zijn, maar kan ook worden doorgeschoven naar het voorjaar. Bijkomend voordeel van uitrijden in het voorjaar is dat uitspoeling of denitrificatie van stikstof wordt voorkomen. Een kanttekening bij de inzet van schuimaarde is dat er relatief veel fosfaat wordt aangevoerd die 100% meetelt voor de wettelijke fosfaatruimte op het bedrijf. De fosfaat komt voor bijna 100% vrij in de teelt. De kaligift met schuimaarde is zeer beperkt en vereist indien gewenst nog een aanvullende kalibemesting.
Er kan ook voor worden gekozen om op een goed moment in het najaar tripelsuperfosfaat te strooien op een perceel waar de fosfaattoestand verbeterd moet worden. Door deze meststof in het najaar te geven, is de fosfaat het volgende seizoen ook beschikbaar voor de teelt. Wordt tripelsuperfosfaat te kort voor een teelt gegeven, dan is de fosfaat te laat beschikbaar voor met name de jonge planten.
Wordt meegedaan aan programma’s zoals On the way to PlanetProof, dan is voor eerdergenoemde meststoffen een cadmiumvrij verklaring van de meststoffenleverancier noodzakelijk.
Bemestingstoestand bodem verbeteren met vaste mestsoorten
Het verbeteren van de bemestingstoestand van een bodem kan in veel gevallen het beste worden gedaan met vaste mestsoorten. Daarmee wordt gebouwd aan zowel een betere fosfaat- als kalitoestand. Nadeel is wel dat bij jarenlange toepassing om de fosfaattoestand te verbeteren dit als neveneffect heeft dat er vaak een te hoge kalitoestand ontstaat. Dit komt door de vaak ongunstige verhouding tussen fosfaat en kali in de mest.
Een gerichte kalibemesting uitvoeren kan met zowel een vloeibare vorm (protamylasse) als met een gekorrelde vorm (Kali-60). De trike of driewieler waarmee de protamylasse wordt uitgereden kan wel voor spoorvorming zorgen, met name onder (te) natte omstandigheden. In dat geval is het beter te wachten op een moment dat met een lichte tractor en kunstmeststrooier Kali-60 kan worden gestrooid. Lukt dit nog in het najaar, dan spoelt in ieder geval de chloor uit en kan deze in het seizoen geen schade doen ten tijde van kiemen of spruiten van de teelten.
Bron: Delphy