Hoe Akkerbouwers in NV-Gebieden Omgaan met Stikstofbeperkingen in 2025
Aankomend jaar (2025) wordt een spannend jaar voor veel akkerbouwers die in een zogenaamd NV- (Nutriënten Verontreinigd) gebied zitten. Zij worden met 20% gekort op hun stikstofgebruiksruimte en hebben daarmee een serieuze hoeveelheid minder stikstof ter beschikking om aan te wenden. Voldoende reden om bovendien extra zuinig te zijn op de stikstof die op dit moment in het profiel is achtergebleven.
Veel stikstof die achterblijft na teelten of na een late bemesting met organische mest, is in de winter onderhevig aan denitrificatie. Bij natte winters is de snelheid van het proces van uiteenvallen van nitraat naar N2O en elementair N hoger. Uiteindelijk resulteert denitrificatie in een lagere stikstofvoorraad (Nmin) in het voorjaar, waardoor er meer aanvullende bemesting in het seizoen voor de gewassen noodzakelijk is. Veel water in de bouwvoor zorgt er dus voor dat er meer nitraat uit het profiel verdwijnt. Een goede bodemstructuur zonder storende lagen of verdichting is daarom een eerste vereiste om de denitrificatiesnelheid zo laag mogelijk te krijgen. Dit resulteert in een verhoudingsgewijs hogere Nmin in het voorjaar.
Drainage (nog) op taak berekend?
De ontwatering van een perceel begint met een goed werkende drainage. Controleer elk jaar of de drains in de winterperiode goed kunnen doorlopen. Indien nodig reinig de drains die niet goed lopen. Schat in, al dan niet in samenspraak met een bodemkundige of de drainageafstand nog steeds voldoende is en hoe het zit met de ouderdom van de drainage. Vaak zijn de originele drainageafstanden gebaseerd op een neerslaghoeveelheid en intensiteit die in het verleden lager lag dan waar we nu mee te maken hebben. Het opnieuw overdenken en aanpassen van de situatie kan helpen om de afwatering van te natte percelen te verhelpen. Voer uiteraard drainage aanpassingen uit onder droge omstandigheden, bij voorkeur vanaf de zomer tot ergens in oktober bij een voldoende droog najaar.
Is er sprake van een te nat perceel in de winter, maar waarop wel de drains voldoende lopen, dan is het advies een kuil te graven. Mogelijk wordt dan zichtbaar of het probleem zich bevindt in de zone waar met mechanisatie in combinatie met een volggewas op ingegrepen kan worden (diepploegen, woeltand, spitten etc. met keuze groenbemesters). Is dit het geval, zoek dan een tijdstip in het jaar waar onder goede droge omstandigheden de problemen kunnen worden aangepakt. Na aanpak ontstaat een bodemstructuur met een betere ontwatering; resultaat een langzamere denitrificatie en een hogere Nmin situatie in het voorjaar. Deze stikstof is op dat moment gratis beschikbaar voor de gewassen en draagt bij aan een verlaging van de totale gift. Tevens kunnen planten door de verbeterde bodemstructuur beter groeien en wortelen in de bodem, waardoor de plant nog beter in staat is nutriënten uit de bodem op te nemen door een grotere rhizosfeer-oppervlakte per plant. Daarmee gaat de plant efficiënter om met de beschikbare nutriënten in de bodem en is minder correctie nodig.
Voor de akkerbouwers buiten de NV-gebieden geldt overigens evengoed dat er scherp gelet moet worden op de bemesting. Zo zijn er in diverse gebieden wel overschrijdingen van bijvoorbeeld de nitraatnorm in het oppervlaktewater, maar resulteert dit niet in een kwalificering als NV-gebied omdat onder andere de biologische kwaliteit van het oppervlaktewater voldoende is gebleken (bijvoorbeeld gezonde vitale waterplanten).
Bron: Delphy