Kalibemesting: Balans tussen opname, uitspoeling en overbemesting
De met organische mest gegeven kali is vrij beschikbaar voor opname. Een deel kan echter, afhankelijk van de bodemsamenstelling, uitspoelen, zeker bij grote neerslaghoeveelheden in najaar en winter. Op kleigronden is deze uitspoelingsroute kleiner dan op lichte zavelgronden. De kali vanuit de reeds gegeven mest kan dus beschikbaar komen voor het nieuwe gewas. Houd daar rekening mee!
Vaak wordt er in het voorjaar langs de weg nog wel eens gesproken over “verse kali geven” aan het gewas. Daar zou de plant beter op reageren. De kalimeststof lost op en is vrij beschikbaar in het bodemvocht en uitwisselbaar aan het klei-humus-complex, samen met de kali uit mest. Een plant kent geen verschil tussen opname van een kalium-ion die oorspronkelijk uit de mest kwam of “vers” in het seizoen is gegeven.
Deze stapeling van ‘uit de mest’ en ‘vers kan zelfs teveel zijn. We zien op een toenemend aantal percelen de kali-toestand steeds hoger worden. Bij veelvuldig gebruik van de meest gebruikte dierlijke mesten (drijfmesten, vaste mest van koe, kip of geit) is in verhouding het aandeel kali behoorlijk hoog. Dat kan ervoor zorgen dat gedurende de rotatie van gewassen de kali-toestand steeds hoger wordt. Wanneer de kalitoestand te hoog wordt (bij kaligetallen vanaf circa 27 en hoger) is er een risico op een antagonistische werking van de kali met magnesium en calcium.
Ook is het goed te beseffen dat als de kaligetallen stijgen de gewasgerichte kalibemestingsnormen dalen, zelfs tot niveaus die de akkerbouwer niet gewend is. Weet dan dat er voldoende voorraad in de bodem aanwezig is.
In jaren met een slechte structuur zoals afgelopen jaar, zie je bijvoorbeeld in aardappelen dat bij een zeer beperkte wortelgroei dit fenomeen van antagonisme nog makkelijker kan optreden. Magnesium en calcium worden uitgewisseld aan het complex, maar dan moet een wortel van een cultuurgewas er wel bij kunnen komen om ook makkelijk opgenomen te worden. Kali wordt deels uitgewisseld aan het complex en deels vrij in oplossing en nitraat is vrij aanwezig in het bodemvocht. Door de aanwezigheid in het bodemvocht worden deze worden dan makkelijk opgenomen, maar daardoor wordt juist het tekort aan met name magnesium zichtbaar. in veel aardappelpercelen was dit het geval.
Bron: Delphy