Meer dan vocht: hoe beregening de stikstofmineralisatie stimuleert
Door het negatieve neerslagoverschot wordt er op steeds meer plaatsen, voor zover dat mag uiteraard, volop beregend. Het hoofddoel van deze watergift is uiteraard er voor te zorgen dat het gewas over voldoende vocht beschikt. Bijkomend voordeel is dat beregening ook nog wat extra voedingsstoffen oplevert vanuit de mineralisatie van organische stof; in tijden van scherpe gebruiksnormen een welkom extraatje.
Mineralisatie is primair afhankelijk van de hoeveelheid afbreekbare organische stof. De C/N ratio en de totale N-bodemvoorraad zijn moeilijk stuurbaar; beïnvloeding is mogelijk door een meerjarige aanvoer van organische stof via organische mest, compost, etc.
Secundair staat de mineralisatie sterk onder invloed van drie belangrijke factoren:
- Temperatuur: hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de afbraak, tot een zeker maximum waarboven de afbraak weer langzamer verloopt. De temperatuur heeft relatief de meeste invloed op de mineralisatie. Bij een bodemtemperatuur van boven de 15 graden komt de mineralisatie echt op gang en kom er dus ook veel stikstof beschikbaar.
- Vocht: bij een gemiddelde vochtvoorziening gaat de mineralisatie het hardst. Onder zeer droge omstandigheden stopt de mineralisatie, onder zeer natte omstandigheden gaat de gelimiteerde zuurstofbeschikbaarheid een rol spelen;
- Zuurstofbeschikbaarheid: in aanwezigheid van zuurstof verloopt het biochemische proces van de afbraak anders dan bij gebrek aan zuurstof. De bodemtemperatuur wordt grotendeels bepaald door het heersende weer en is dus moeilijk te beïnvloeden. Wel leidt een hoger organisch stofgehalte tot een snellere opwarming van de bodem.
De bodemtemperatuur wordt grotendeels bepaald door het heersende weer en is dus moeilijk te beïnvloeden. Wel leidt een hoger organisch stofgehalte tot een snellere opwarming van de bodem. Structureel organische stof aanvoeren dus, bijvoorbeeld de komende periode met een groenbemester na de oogst.
Vochtgehalte en de zuurstofbeschikbaarheid zijn met gerichte managementmaatregelen tot op zekere hoogte beter te beïnvloeden dan de bodemtemperatuur. In droge periodes zorgt beregening voor voldoende vocht zorg. In natte perioden is de waterdoorlaatbaarheid van de bodem van belang voor het zuurstofgehalte. Blijvende aandacht voor uw bodemstructuur is dan ook het devies.
Bron: Delphy