Zwaveladvies voor bestaand grasland
Gras neemt jaarlijks 30-50 kg zwavel (S) per ha op in de vorm van sulfaat.
De zwavel komt beschikbaar via depositie, bemesting, opstijging uit grondwater, beregening en bodemmineralisatie. Zwavel is erg gevoelig voor uitspoeling.
Een tekort treedt eerder op in een nat voorjaar dan in een normaal voorjaar.
Met name op (lichte) zandgrond en löss is de natuurlijke aanvoer door o.a. depositie en mineralisatie onvoldoende. Voer daarom aanvullend een S-bemesting uit volgens onderstaand advies.
Algemeen zwaveladvies voor (lichte) zandgronden | |||
---|---|---|---|
SLV (zwavel leverend vermogen) | Advies 1e snede | Advies 2e snede | |
Waardering 0-10 cm | (kg S/ha) | (kg S/ha) | (kg S/ha) |
Zeer laag | < 6 | 20 | 20 |
Laag | 2020-11-06 00:00:00 | 15 | 15 |
Vrij laag | 2017-12-01 00:00:00 | 0 of 15 | 15 of 0 |
Voldoende | > 17 | 0 | 0 |
Hoog | > 23 | 0 | 0 |
– Aangezien de depositie van zwavel nog steeds daalt is het raadzaam bovenstaand advies tijdens de eerste 2 sneden te verhogen met totaal 3-4 kg S.
– Voor de zwavelbemesting bent u aangewezen op een zwavelhoudende kunstmest. De bijdrage aan direct opneembare S vanuit drijfmest is nihil (2-3 kg). De zwavel uit mest komt pas vrij na mineralisatie.
– Houdt bij de keuze van meststoffen rekening met de juiste verhouding tussen de diverse elementen. U laten leiden door de stikstofprijs is verleidelijk, maar bedenk dat een overbemesting met S leidt tot een mindere opname van spoorelementen door het gras. Ook daalt de benutting van spoorelementen door het dier. Verder resulteert een teveel aan zwavel in calciumuitspoeling en verzuurt de bodem.
– Zwavel speelt een belangrijke rol bij de N-benutting. Onderzoek op zandgrond heeft uitgewezen dat een aanvullende S-bemesting tot een meeropbrengst van ruim 2 ton drogestof per hectare kan leiden.
– Bemest op tijd want juist in het voorjaar is er door geringe mineralisatie en capillaire opstijging sprake van een zwaveltekort en heeft het gewas juist zwavel nodig voor een goede groei.
Grasland op klei, veen
Op kleigrond komt een S-tekort in gras bijna niet voor. Mocht u een vermoeden hebben over een tekort en een grondbemonstering bevestigt dit, volg dan u het advies voor zandgrond.
Op veengrond kunnen in de eerste snede S-tekorten voorkomen. S-bemesting wordt echter afgeraden omdat later in het seizoen door een hoge S-mineralisatie veel S vrijkomt. Dit leidt tot (zeer) hoge S-gehalten in het gras.
Toelichting:
- Voor nieuw grasland geldt een apart advies (zie Nutrinorm; filter gras/zwavel).
- Overschrijdt de adviesgiften niet.
- Door het grote risico op uitspoeling in de eerste snede wordt aangeraden de totale S-gift over de eerste twee sneden te verdelen.
- Het advies dekt de zwavelbehoefte van eerste drie à vier sneden. Een zwavelbemesting na de tweede snede heeft weinig zin.
- Een mestgift van 25 m3 levert een hoeveelheid direct beschikbare zwavel van 2 – 3 kg S/ha.
- Een te hoge zwavelbemesting geeft een slechtere opname van koper en selenium door het vee.
Bron: Adviesbasis bemesting grasland en voedergewassen 2012, Nutrinorm