Nu geen noodzaak meer voor een kalibemesting
Vanwege de natte omstandigheden tot medio maart is er nog weinig tot geen kali of stikstof gegeven. Zodra er nu een goed zaaibed is te maken, worden de bieten gezaaid. In verband met kans op zoutschade kan met de stikstofgift beter worden gewacht tot het 2-blad stadium.
Stikstof kan in de suikerbietenteelt zowel vóór zaai als in het 2-bladstadium worden gegeven. Er wordt een maximum van 120 kg N binnen 2 weken vóór zaai aangehouden om zoutschade te voorkomen. Een enkele loonwerker past rijenbemesting toe waarbij de vloeibare stikstof (bijv. Urean) naast het zaad in de grond wordt gebracht. Dit beperkt vervluchtiging en door de effectieve plaatsing kan tot 15% van de geplande N-gift worden bespaard.
Voor de zavel- en kleigronden wordt de kalionttrekking van het gewas niet bij de bieten gecompenseerd, maar wordt deze doorgeschoven naar bijvoorbeeld de aardappelteelt. Een positieve gewasreactie door kalibemesting is alleen te verwachten als de K-toestand laag is (K-getal 14 op zeer lichte zavel < 12%, K-getal 18 op zwaardere gronden). Proeven hebben aangetoond dat positieve effecten van een kalibemesting op kleigrond bij een najaarsbemesting voorafgaand aan de bietenteelt groter zijn dan bij een voorjaarsgift. In het algemeen is dus het advies om op dit moment geen kali meer aan de bieten te geven.
Ook een fosfaatbemesting is niet noodzakelijk omdat suikerbieten niet fosfaatbehoeftig zijn.
Bron: Delphy