Bemesting van mais: hoeveel stikstof heeft je gewas écht nodig?
De organische bemesting van maisland mag pas van start op 16 maart. Hoewel het nog niet zo ver is, is het toch goed om alvast naar deze bemesting te kijken en over na te denken. Hoeveel stikstof wil je bijvoorbeeld aanvoeren?
Mais is een waardevol en gewaardeerd gewas, een gewas ook met een ontzettend hoog opbrengstpotentieel en capaciteit om heel veel mineralen te ‘verwerken’ zonder zichtbare schade. Moet je echter uitgaan van een heel hoog aanvoerniveau van stikstof? Bij suikerbieten praten we bijvoorbeeld over een slechtere winbaarheid van suiker als er teveel N is gegeven. Bij aardappelen leggen we de kwaliteitslink met zetmeel of onderwatergewicht bij een hoog N-aanvoer niveau. Bij mais echter komt een surplus aan stikstof tot uiting in een groot N-overschot ná de teelt en dus een hoog nitraatgehalte in het grondwater. Ongewenst, maar we zien het niet, terwijl we er bij andere teelten op worden afgerekend!
Rekenen = weten
Om de mais goed te bemesten is het daarom nodig om goed te rekenen. De behoefte van mais wordt vrij standaard op 200 kg N/ha gezet. Deze hoeveelheid hoeft echter niet ook bemest te worden! De maïs heeft gedurende het groeiseizoen meerdere andere stikstofbronnen, denk bijvoorbeeld aan de N-voorraad in de bodem, de groenbemester/vanggewas, de nalevering van N uit drijfmest aangewend in voorgaande jaren, eventuele andere meststoffen en natuurlijk de bodem zelf. Schematisch is dit als volgt:
Landbouwkundig advies | 200 kg N | |
---|---|---|
N-min voorjaar | 5 – 50 kg N (natte/droge winter) | |
Langjarig gebruik RVDM | 35 – 40 m3/ha | 25 kg N |
Groenbemester | 10 – 40 kg N (afh. hoe goed geslaagd) | |
Overige meststoffen | Bijv. compost | 10 kg N nawerking |
Bodem | NLV (stikstofleverend vermogen) ??? |
Om te voldoen aan de behoefte van 200 kg N, zijn er dus meerdere extra aanvoerbronnen en kan de te geven hoeveelheid mest al snel 75 – 100 kg N/ha naar beneden. Reken hier in de eigen situatie maar eens goed aan. Breng genoeg naar de mais, maar breng de N die over is naar het grasland. Daar is de benutting groter!
Om de voedingsstoffen uit het vanggewas/groenbemester (of eventueel gescheurde zode gras) goed te benutten is het belangrijk om deze vroeg te vernietigen. Als het land het toe laat, start hier dan begin maart al mee! Vernietig als het nodig is (aanwezigheid kweekgras) met RoundUp en anders volledig mechanisch. Deze laatste methode voorkomt sowieso negatieve beeldvorming (geel/oranje percelen) in de publieke opinie met de ervaringen van afgelopen jaren.
Bron: PPP-Agro Advies