Deel

Bemesting

Kunstmeststrooien na 1e snede kán een paar dagen wachten

Bemesting is één van de randvoorwaarden om een volgende snede te laten groeien met maximale opbrengst. Uit onderzoek blijkt dat het strooien van stikstof op een gemaaid perceel kan gemiddeld 6-7 dagen worden uitgesteld zonder negatieve gevolgen voor de totale drogestof- en eiwitopbrengst in het seizoen. Uitstel tot 12 dagen heeft wel negatieve gevolgen voor de drogestofopbrengst (-5%), maar geen gevolgen voor de eiwitopbrengst. Eventueel een paar dagen wachten op de juiste strooiomstandigheden is gunstig voor de stikstofbenutting en heeft geen negatieve consequenties voor de opbrengst.

Een handig hulpmiddel om de ideale strooiomstandigheden te bepalen is de OCI Agro Weather App. Deze geeft tot maximaal 5 dagen vooruit aan wanneer het beste moment om te strooien is rekeninghoudend met o.a. temperatuur, neerslag, windsnelheid, luchtvochtigheid en dauwpunt.

Als het de komende dagen nog droog blijft, wacht dan nog even met strooien tot er wat neerslag is gevallen voor een beter rendement. Op het moment dat het gras van het perceel is, is er door mineralisatie sowieso nog voldoende stikstof in de bodem aanwezig voor de start van de hergroei. In tegenstelling tot wat u misschien zou verwachten leidt uitstel van bemesting overigens niet tot een intensievere of diepere beworteling.

KAS prima keuze
Zeker met wisselende weers- en veldomstandigheden is kalkammonsalpeter (KAS; o.a. OCI Nutramon) één van de beste optie om te strooien. 50% van KAS bestaat uit snel opneembaar nitraat en 50% uit trager werkend en minder uitspoelingsgevoelig ammonium. Op deze manier heb je een snelle aanvulling op de stikstof die met warmer weer vanuit mineralisatie beschikbaar komt en houd je een deel beschikbaar mocht je getroffen worden door een heftige onweersbui. Onderzoek heeft ook laten zien dat KAS met haar 13,5% nitraat-N en 13,5% ammonium-N per kg meststof gemiddeld de beste N-opname en de hoogste opbrengst geeft, zeker vanaf de tweede snede. Voor deze beide aspecten zijn er onderling geen verschillen. Ureum zit voor gewasopbrengst op een niveau van 90-95% en voor de N-opname op 85-90% t.o.v. KAS. Ureum met ureaseremmer zit voor N-opname op een niveau van 90-95%, afhankelijk van de hoeveelheid neerslag de eerste week tot 10 dagen na toediening.

Bron: Wageningen UR, OCI

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting