Deel

Organische meststoffen

Wat is goede compost?

Compost wordt voor meerdere doelen ingezet. Als meststof, maar ook om de organische stofbalans op peil te houden. Maar hoe kan de kwaliteit en daarmee de waarde van compost worden vastgesteld? Om dit te beoordelen is kennis van het eindproduct en zeker ook het composteringsproces nodig. In dit artikel z richtlijnen gegeven voor het vaststellen van de compostkwaliteit gerelateerd aan de toepassing.

Compostgebruik in de akkerbouw

Over nut en noodzaak van compostgebruik in de akkerbouw lopen de meningen uiteen. Doorgaans is het gebruik van compost aangemerkt als duurzaam. Compost wordt veelal gebruikt om het gehalte aan organische stof in de bodem te onderhouden. Hiervoor zijn ook andere methoden voorhanden zoals het verhakselen en onderploegen van stro en het zaaien en onderwerken van een groenbemester. Deze maatregelen hebben vóór- en nadelen. Het uitrijden van compost zorgt voor een extra werkgang op het land. Het onderploegen van stro betekent dat het stro niet verkocht kan worden. En voor het zaaien van groenbemesters moeten de omstandigheden op het land goed zijn.

Compost heeft naast de genoemde waarde als organische stofbron ook nog andere positieve eigenschappen. De bodemvruchtbaarheid zal door toedoen van compostgebruik op termijn verbeteren: er wordt een grote voorraad organisch gebonden stikstof opgebouwd in de grond (de zogenaamde oude kracht). Ook kan compost worden ingezet om winderosie tegen te gaan. De inzet van compost kan dus meerdere doelen dienen:

Het gebruik van compost in de akkerbouw is ook duurzaam vanuit een ketenperspectief. In Nederland is per jaar 1.400 kiloton organisch restmateriaal omgezet in compost. Door het composteren van deze organische reststroom is het mogelijk om de organische stofkringloop en de mineralenkringloop verder te sluiten.

Beoordelen van compostkwaliteit

Er is geen eenvoudige definitie van compostkwaliteit. De kwaliteit van compost bestaat namelijk uit meerdere onderdelen. Enerzijds de toepassingsveiligheid en anderzijds de landbouwkundige waarde.

De toepassingsveiligheid is relatief gemakkelijk te toetsen door middel van chemische analyses aangevuld met zintuiglijke waarnemingen. Teveel glas, plastic of hoge gehalten aan zware metalen maken het product ongeschikt voor gebruik. De landbouwkundige waarde hangt sterk af van het doel waarvoor de compost wordt gebruikt. Soms ligt het accent op de bemestende waarde, maar meestal wordt compost ingezet voor behoud van organische stof in de bodem en verbetering van de bodemstructuur. Afhankelijk van het hoofddoel kan de optimale samenstelling verschillen. ​

Voor het bepalen van compostkwaliteit voor de akkerbouw is een eenvoudige methode ontwikkeld, de zogenaamde ‘scorekaarten’. Deze scorekaarten zijn te downloaden via de website van het Louis Bolk Instituut (http://www.louisbolk.org/downloads/2793.pdf). In de beoordeling van compost zijn meerdere aspecten meegenomen:

Geur

Een goede compost stinkt niet. De geur van goede compost kan uiteenlopen van een neutrale geur tot bosgeur. Een compost die sterk naar rotte eieren ruikt bevat veel zwavel en duidt op een slechte compostering. Een compost die sterk naar ammoniak ruikt is instabiel en dus nog niet rijp.

Kleur

De kleur van compost geeft ook veel informatie over de kwaliteit van de compost. Een goede compost kan variëren van donkerbruin tot bijna zwart. Asgrijze en gitzwarte compost is een indicatie voor een te warm composteerproces (verbranding).

Structuur

De structuur van compost is een indicator voor de werking en werkingsduur van de compost. Een grovere compost zal meer grove onverteerde houtige plantenelementen toevoegen aan de bodem en kan hierdoor bijdragen aan een directe structuurverbetering. Daarnaast zal grovere compost doorgaans jongere compost zijn, die langer in de grond terug te vinden is maar ook meer stikstof vraagt om te verteren. Een fijnere compost zal doorgaans een beter verteerd product zijn en daarom niet de in de bodem aanwezige minerale stikstof vastleggen.

Vocht

Door in een hand compost fijn te knijpen kan bepaald worden of het vochtpercentage in de compost goed is. De compost dient in de hand een bal te vormen zonder dat er water uit de compost lekt. Als dit het geval is, ligt het vochtpercentage rond de 60%. Als er water weglekt, is de compost te nat. Valt de compostbal uit elkaar dan is de compost te droog.

Controle vochtigheid compost 1.pngControle vochtigheid compost 2.jpgControle vochtigheid compost 3.png

Controle van de vochtigheid van compost

De bovenstaande kwaliteitsaspecten zijn gemakkelijk waarneembaar. Maar er zijn meer indicatoren die bepalen of de compost aan de gebruiksdoelen voldoet.

Afgezeefde maat

In een ideale situatie is de fractieverdeling dusdanig dat er directe bodemstructuurverbetering optreedt door grovere elementen, terwijl er ook voldoende fijner materiaal in de compost zit om het bodemleven te voeden. Voor een zo goed mogelijke directe verbetering van de bodemstructuur zonder dat de compost té grof wordt, dient de compost afgezeefd te zijn op 20 mm.

Organische stofgehalte

De organische stof in de compost heeft ook een indirecte werking op de bodemstructuur. De organische stof voedt enerzijds het bodemleven, waardoor na verloop van tijd een verbetering van de bodemstructuur ontstaat. Anderzijds heeft de chemische samenstelling van de organische stof ook een positieve werking. Compost kan veel grond bevatten waardoor het organische stofgehalte tegenvalt.

Rijpheid en stabiliteit

Een instabiele compost heeft een negatieve werking op het bodemleven met risico op schade. Naast negatief effect op het bodemleven is een instabiele compost ook giftig voor pas ontkiemende zaden. Een compost die wel stabiel is maar nog niet rijp kan worden gebruikt om het bodemleven een extra boost te geven. De organische stof dient dan als voedselbron voor het bodemleven waardoor deze extra actief wordt. Activiteit van het bodemleven geeft structuurverbetering.

Wanneer de rijpheid en vooral de stabiliteit van de compost niet is bepaald,is het beter om op veilig te spelen en enkel met volledig rijpe en stabiele compost te werken. Om hierover zekerheid te krijgen, is het noodzakelijk om vast te stellen dat het compostbedrijf het composteerproces goed beheerst en de tijd neemt voor het uitrijpen. Er is een test beschikbaar (de Solvita Compost Maturity test) die een indicatie geeft van de rijpheid van compost.

C:N-verhouding

De C:N-verhouding is de verhouding tussen koolstof en stikstof in de compost. Een hogere C:N-verhouding vraagt meer stikstof en tijd om verteerd te worden en heeft dus langer effect op de bodemstructuur. Een lagere C:N-verhouding vraagt minder stikstof maar is eerder verteerd. Een grove groencompost zal een C:N-verhouding hebben van 20:1. Een fijnere compost zoals bijvoorbeeld GFT-compost heeft een C:N-verhouding van 10:1. Ter vergelijking: runderdrijfmest heeft een C:N-verhouding van 8:1 en stro 60:1.

Stikstofgehalte 

Wanneer compost vooral als mest wordt gebruikt, is de hoeveelheid stikstof bepalend voor de landbouwkundige waarde. Sommige GFT-composten kunnen tot wel 10 kg stikstof per ton bevatten. In de regel bevat compost rond de 5 kg stikstof per ton.

Verhouding stikstof:fosfaat 

Naast de hoeveelheid stikstof is de verhouding tussen stikstof en fosfaat in het product ook van belang. Dit als afgeleide van de mestwetgeving. Een compost waarbij de stikstof:fosfaat-verhouding nagenoeg 1:1 is, is landbouwkundig minder aantrekkelijk. Door de toediening van de compost is de fosfaatruimte snel gevuld en is er geen mogelijkheid meer om fosfaathoudende meststoffen aan te voeren. Een fosfaatarme compost heeft een stikstof:fosfaat-verhouding van rond de 1:0,2. Een fosfaatrijke compost heeft een stikstof:fosfaat-verhouding rond 1:0,75.

Zware metalen

Het aanvoeren van zware metalen is per definitie ongewenst. In de wetgeving moet compost voldoen aan een aantal bepalingen met betrekking tot zware metalen. In de praktijk betekent dit dat composten waarin te veel zware metalen worden aangetroffen niet vrijgegeven worden.

Prijs van de stikstof

De hoeveelheid stikstof in de compost is medebepalend voor de financiële waarde van de compost. Voor het aanvoeren van stikstof bestaan diverse alternatieven zoals dierlijke mest of hulpmeststoffen. GFT-composten zijn in de regel een hele goedkope stikstofbron omdat deze composten tegen een minimale vergoeding zijn geleverd. Omdat GFT-composten in de biologisch landbouw niet zijn toegestaan, wordt er vooral groencompost gebruikt. Deze is als stikstofbron iets duurder.

Bronnen
Willekens, K. & Janmaat, L. (2014). Wat is goede compost?
Schrik, Y. & Koopmans, C. (2015). Compost duurzaam ingezet. Louis Bolk Instituut. 

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting