Afstellen strooibeeld kritisch aandachtspunt bij toepassing van blend
Voor maatwerk in bemesting kan prima gebruik gemaakt worden van een enkelvoudige meststof als Nutramon-KAS. Daarnaast is de inzet van blends (mix van enkelvoudige minerale meststoffen) een prima aanvulling binnen het gamma aan bemestingsmogelijkheden. Om binnen een blend de juiste verdeling van álle korrels te krijgen, is het noodzakelijk dat de individuele meststoffen zo veel mogelijk een gelijkwaardige korrelgrootteverdeling, hardheid en soortelijk gewicht hebben. Kies daarom, zeker vanuit kwaliteitsoogpunt, bij voorkeur voor een kant-en-klare blend.
Zelf een blend maken is uiteraard ook mogelijk, maar het is de kunst om aan de belangrijkste eis van een blend te kunnen voldoen. Deze eis is dat de fysieke eigenschappen (dichtheid, fractieverdeling, korrelgrootte, hardheid en korrelvorm) hetzelfde zijn. Daarmee wordt ontmenging voorkomen. Naast fysische eigenschappen zijn ook de chemische eigenschappen van de kunstmeststoffen die in een blend gebruikt zijn van belang. Het moet mogelijk zijn op basis van chemische eigenschappen te kunnen mengen, anders loop je het risico dat door onderlinge reacties de blend hard wordt.
Goede blend onderscheidt zich op kwaliteit
De opslag en distributie heeft een grote invloed op de uiteindelijke kwaliteit van blends. Tijdens de op- en overslag hebben individuele korrels (met verschillende eigenschappen) in een blend de neiging om zich af te scheiden. Deze ontmenging treedt met name op bij blends met een grote fractionering. Een dergelijke ontmenging kan voor een grote onnauwkeurigheid zorgen in het strooibeeld. Het strooibeeld is bepaald door de kwaliteit van de blend en de werkbreedte. Minder breed strooien verkleint de kans op een verkeerd strooibeeld. Ontmenging vindt overigens niet alleen plaats tijdens distributie en opslag, maar ook tijdens het rijden met de kunstmeststrooier met als gevolg een onjuiste verdeling van de diverse voedingsstoffen op het perceel.
Bron: OCI