Deel

Strooien

Voor het strooien

Een goede voorbereiding is cruciaal voor het bereiken van een goed strooibeeld. Een goede kwaliteit meststoffen en een juist afgestelde strooier spelen hierbij een belangrijke rol. Een essentieel onderdeel van een goede voorbereiding is het bestuderen van de handleiding van de strooier.

Ongeacht de meststof die gestrooid wordt, dienen de instellingen van de strooier te worden afgestemd op de gewenste strooibreedte en dosis. De onderstaande richtlijnen zorgen voor een efficiënt strooiproces:

  • Controleer de slijtende delen zoals schoepen en schijven;
  • Check de (weers-)omstandigheden en controleer of deze gunstig zijn (niet strooien bij windkracht 3 of hoger volgens de schaal van Beaufort, niet strooien bij windvlagen).
  • Bepaal de meststof en doe een afdraaiproef. Hierbij is het belangrijk dat u een product gebruikt dat geschikt is voor de gewenste strooibreedte;
  • Bepaal de te verstrooien dosis en werkbreedte;
  • Zorg dat de strooier goed achter de trekker hangt (conform instructies fabrikant);
  • Let op de kwaliteit en fysieke eigenschappen van de minerale meststof;
  • Zoek de juiste strooitabel;
  • Stel de strooier af conform de strooitabel;
  • Controleer of de machine juist functioneert;
  • Controleer het strooibeeld door een strooiertest uit te voeren;
  • Stel de strooier waar nodig bij.

Deze richtlijnen zijn tevens verwerkt in een checklist.

Aanbouw strooier

Om een nauwkeurig strooiresultaat te behalen is een juiste montage achter de trekker belangrijk. Hierbij zijn de volgende aandachtspunten van belang:

  • Bandenspanning trekker: de druk van de achterbanden moet gelijk zijn, zodat de strooier horizontaal/waterpas achter de trekker hangt;
  • Stabilisatiestangen: de stabilisatiestangen van de hefinrichting moeten zo zijn afgesteld dat de kunstmeststrooier ongeveer 1,5 centimeter van links naar rechts kan bewegen;
  • Waterpas: de kunstmeststrooier moet volledig waterpas hangen vanaf de achterzijde van de trekker. Dit kunt u controleren door gebruik te maken van een waterpas. Wanneer de strooier niet waterpas hangt, moet u de hefstangen verstellen. Zorg ervoor dat de trekker op een gelijke ondergrond staat, bij het waterpas stellen van de strooier.
    De stand vanaf de zijkant gezien is tevens belangrijk. De kunstmeststrooier kan voorover of achterover worden gesteld door het verstellen van de topstang. Meestal moet de kunstmeststrooier horizontaal hangen, maar er zijn enkele uitzonderingen. Raadpleeg de handleiding van uw strooier voor de juiste strooierstand.
    Maak bij voorkeur gebruik van een mechanische topstang, zodat instellingen niet snel kunnen veranderen.
  •  Hoogte: de juiste hoogte van de kunstmeststrooier wordt beschreven in de strooitabel of in de handleiding van de strooier. De hoogte van de strooischijf boven het gewas (of de grond) is hierbij maatgevend. Controleer de hoogte van de kunstmeststrooier ook eens in beladen toestand.

Controleren strooier

Voor het strooien moet u de volgende onderdelen controleren:

  • Strooischoepen en strooischijven: deze moeten vervangen worden bij slijtage en/of gaten. Door de kunstmestkorrels slijten de strooischoepen en schijven. De schoepen kunnen fors beschadigd of zelfs doorgesleten zijn (zie afbeelding 15). Hierdoor kan een gat in de schoep ontstaan, waardoor de meststof op de verkeerde plaats de schijf verlaat. Dit leidt tot een afwijkend strooibeeld;
  • Lagers: controleer de lagers en vervang deze bij speling;
  • Doseeropeningen: controleer of beide doseeropeningen even groot zijn. Dit kunt u bijvoorbeeld controleren met een bout van 10 -12 mm;
  • Aftakas: controleer lagers en vervang deze bij te veel speling. De as moet zonder weerstand in en uit kunnen schuiven en de bescherming moet in orde zijn. Smeer de as regelmatig (zie afbeelding);
  • Verstelmogelijkheden: deze moeten gangbaar zijn. Waar nodig inspuiten met kruipolie of invetten;
  • Indicaties: deze moeten leesbaar zijn. Maak ze schoon of vervang waar nodig.

Praktische tips na aanbouw strooier

Na het aanbouwen en controleren van de strooier zijn er nog een aantal belangrijk aandachtpunten die onderdeel zijn van een goede voorbereiding:

  • Controleer het aftakastoerental. Het aantal omwentelingen van de aftakas is namelijk niet gelijk aan het aantal omwentelingen van de strooischijven;
  • Controleer de afgifte per minuut. Dit kunt u doen door een afdraaiproef uit te voeren in de volgende stappen:
    1. Bepaal de afgifte per minuut;
    2. Draai af en weeg de opgevangen hoeveelheid;
    3. Bepaal hoeveel dit afwijkt van de tabel;
    4. Indien nodig controleer de afgifte opnieuw.
    Voor de specifieke instructies raadpleeg de handleiding.

Controleer de rijsnelheid bij aanvang. De werkelijke snelheid kan namelijk afwijken van de aangegeven snelheid op de snelheidsmeter.

De snelheid kunt u als volgt controleren:

1. Bepaal de werkbreedte en gift;
2. Stel de strooier af volgens de juiste strooitabel;
3. Vul de strooier met een gemeten hoeveelheid meststof;
4. Strooi over een bepaalde afstand;
5. Bereken met de hoeveelheid meststof en de gereden afstand de snelheid.
Voorbeeld: De werkbreedte is 10 meter en de gift 300 kg/ha. De strooier is gevuld met 30 kilogram meststof. Deze wordt verstrooid over een afstand van 100 meter. Bij een lege strooier is de snelheid correct, namelijk 300 kg/ha : 1/10 hectare = 30 kg.
Deze methode is alleen betrouwbaar als de afgifte per minuut juist is.

  • Zorg dat de kuip altijd droog en schoon is bij het vullen van de strooier;
  • Dek de strooier na het vullen altijd af met een afdekzeil. Dit voorkomt dat vuil, stenen en modder de meststof vervuilen of strooier aantasten;
  • Vermijd het rijden van lange afstanden met een volle strooier, hierdoor wordt de meststof samengedrukt.​

Bron
Korver, 2014.
Schriek R. v., 2012.
Roelofs, 2010.
Oene, 2014.

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting