Deel

Bodem

CEC

​Het klei-humus complex of de CEC (Cation Exchange Capacity, bindingscapaciteit kleihumuscomplex) is een maat voor het vermogen van de bodem om nutriënten en water vast te houden en die gedurende het seizoen na te leveren.

Klei-(lutum-)deeltjes en humusdeeltjes hebben een negatieve lading, waardoor zij positief geladen nutriënten, zoals kalium (K), magnesium (Mg), calcium (Ca), ammonium (NH4) en natrium (Na) aantrekken en adsorberen (de binding van voedingsstoffen aan bodemdeeltjes met een oppervlaktelading zoals klei en organische stof). Door de adsorptie zijn de nutriënten beter beschermd tegen uitspoeling. De geadsorbeerde nutriënten vormen een reserve die beschikbaar is voor het gewas. Bij een hoge CEC is de bindings- en nalevercapaciteit groter dan bij een lage CEC.

Kleigronden hebben over het algemeen een hogere CEC doordat de kleideeltjes veel bindingsplaatsen hebben. Bij zandgronden wordt de CEC voor het overgrote deel gevormd door organische stof. Zanddeeltjes zelf zijn inert en binden nagenoeg geen nutriënten. Kleigronden hebben dan ook een hogere CEC dan zandgronden. De lading en daarmee de bindingscapaciteit van de lutumdeeltjes is pH-afhankelijk: de bindingscapaciteit neemt toe met een hogere pH. De lutumdeeltjes komen dan netter in het gelid te staan waardoor er meer ruimte komt tussen de deeltje.

Afbeelding naar BLGG, 2007
Bron:
Rottink, A., A. Termorshuizen, A. Reijneveld, P. van Vliet, I. Ketelaar en M. Hermans (2007). De bodem doorgrond. BLGG Oosterbeek. ISBN 978-90-812265-1-6. 96 p.

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting