Deel

Bemesting

Weet u al wat u komend seizoen gaat strooien? (Rundveehouderij)

Nu al weten wat u komend jaar aanvullend op de drijfmestgift wilt strooien is vooral praktisch om bijvoorbeeld tijdig de juiste meststof op het erf te hebben. Elders in deze nieuwsbrief wordt verwezen naar het belang van een flexibel bemestingsplan. Voor de specifieke meststofkeuze kan voldoende kennis over de verschillende stikstofvormen dan handig zijn.

Stikstofvormen en opname door gras
Alle bekende stikstofhoudende kunstmesten verschillen in essentie vooral door de vorm waarin de stikstof in het product aanwezig is: nitraat (NO3-), ammonium (NH4+) of amide (ureum). Gras neemt bij voorkeur stikstof op in de vorm van nitraat. Nitraat is na toediening direct en volledig beschikbaar als plantenvoeding. Hiervoor is wel voldoende bodemvocht nodig. Nitraat is bovendien niet alleen een N-voedingsstof, maar bevordert ook de opname van nutriënten als calcium, magnesium en kalium.

Een tweede stikstofvorm is ammonium. Slechts een klein deel hiervan is direct door het gras opneembaar. Het merendeel van het ammonium moet door bodemleven eerst worden omgezet tot nitraat (nitrificatieproces). Door de positieve lading van ammonium (NH4+) hecht het zich aan de bodem. Dit vermindert de directe opname omdat de graswortels naar de ammoniumstikstof toe moeten groeien.

De derde stikstofvorm is amidestikstof (ureum). Amidestikstof wordt niet rechtstreeks door de wortels van het gras opgenomen, wel kan een klein deel rechtstreeks door het blad worden opgenomen als het wordt toegediend in vloeibare vorm. De stikstofopname uit ureum is een meertrapsraket. Allereerst wordt ureum in de bodem omgezet in ammonium (NH4+) door het enzym urease. Vervolgens wordt het ammonium grotendeels omgezet in nitriet en vervolgens in, door gras goed opneembaar, nitraat (NO3-). Deze verschillende trappen resulteren in een tragere werking van ureumstikstof.

Is stikstof uit kunstmest gelijk aan organische mest?
Stikstof in mest bestaat uit een mineraal gedeelte (voornamelijk ammonium) en een organisch gebonden gedeelte en werkt daardoor anders dan kunstmest. Een deel van de ammonium in het minerale deel vervluchtigd, zelfs als de mest direct geïnjecteerd of ingewerkt wordt. Ook mineraliseert er steeds stikstof uit het organisch gebonden deel van de mest, zelfs als gras geen stikstof meer opneemt. Om deze reden kent organische mest een werkingscoëfficiënt. Het percentage geeft aan hoeveel stikstof er beschikbaar komt voor het gras. Een deel van de organische stikstof zal meerdere jaren nawerken. Zeker bij herhaaldelijk gebruik neemt de hoeveelheid gemineraliseerde stikstof toe in de volgende jaren.

Tabel. Samenstelling bekende N-meststoffen met ter vergelijk organische

MeststofNitraat-NAmmonium-N Amide-NOrganische gebonden N
Kalkammonsalpeter (27 N + 4 MgO; o.a. OCI-Nutramon)0.50.5
Urean (30 N; o.a. OCI-Urean)0.250.250.5
Ureum (46 N)1
Ammonsulfaatsalpeter (26 N +14 S)0.30.7
Zwavelzure ammoniak (21 N + 24 S; o.a. OCI-Granular3)1
Ureum met coating1
Ureum met coating + KAS + ZA0.20.450.35
Rundveedrijfmest 0.50.5
Vaste rundveemest0.140.84

Maak een bewuste keuze voor een bepaalde meststof
Veel factoren hebben invloed op de keuze voor een bepaalde stikstofvorm/-vormen, zoals de stikstofbehoefte van het gras, de temperatuur, vocht in de bodem, naleverend vermogen van de bodem, etc. Omdat het weer, zeker op langere termijn, slecht te voorspellen is, is een combinatie van stikstofvormen een veilige keuze. Kies meststoffen waarvan u de samenstelling aan stikstofvormen kent en waarvan de eventuele aanwezigheid van andere voedingsstoffen gerechtvaardigd is op basis van een recente bodemanalyse. Een meststof met 39% stikstof bijvoorbeeld werkt veel trager, zeker in een koud voorjaar, als het volledig uit een ureum met coating bestaat dan bijvoorbeeld uit een combinatie van nitraat- en ammoniumstikstof. Overigens wijzen zowel onderzoek als praktijk keer op keer uit dat een bewezen meststof als KAS met haar 13,5% nitraat-N en 13,5% ammonium-N één van de beste keuzes blijft. Zeker als je het over een heel seizoen bekijkt, zit je met KAS altijd in de hoogste regionen voor de totale drogestofopbrengst en ruweiwit-gehalte.

Bron: OCI

Gerelateerde artikelen

Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting
  •  *
  •  *
  •  *
Ontvang de NutriNorm nieuwsbrief met actuele kennis over bemesting